A -2 081 JBijiage nr, j Onderwerpj notl-''en 3o// 'fy Ambtenarenreglement H u i z u m, 9 Januari 1959. A a n In Uw vergadering van 8 Augustus 1958 werd vastge- steld een geheel nieuw Règlement voor de Ambtenaren ir. dienst van deze gemeente. Àrtikel 34 van dat règlement somt de gevallen op, waarin de ambtenaar recht heeft cp buitengewoon verlof met behoud van het genot van bezoldiging. Eén van die gevallen is het bijwonen van een afdelingsver- gadering van de vakvereniging door gewone leden. Het is nu deze bepaling waartegen de Minister van Binnen- landse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsor- ganisatie bezwaar maakt. Ten aanzien van de genoemde bepaling geeft Zijne^Bxcellen- tie in zijn desbetreffend schrijven het volgende te kennen: "Niet alleen dat een dergelijke bepaling verder gaat dan "hetgeen in het Algemeen Rijksambtenarenreglement of in het "modelreglement van Het Centraal Orgaan op het punt van verle- "ning van buitengewoon verlof voor het bijwonen van vergade- "ringen van ambtenarenorganisaties respectievelijk vakvereni- "gingen is voorgeschreven, doch het wil mij voorkomen, dat aan "de bedoelde bepaling ook minder behoefte bestaat, aangezien "afdelingsvergaderingen van vakverenigingen in de regel des "avonds worden gehouden." In verband hiermede geven Gedeputeerde Staten bij hun schrijven van 7 October j.l. in overweging de schrapping van bedoelde bepaling te bevorderen. Wij hebben gemeend niet direct aan dit verlangen gevolg te moeten geven en bij brief van 16 October j.l. aan Gedeputeerde Staten het volgende bericht: "De afdelingsvergaderingen van b.v. de Nederlandse Bond van "Gemeenteambtenaren bij welke organisatie verscheidene ambte- "naren dezer gemeente zijn aangesloten, worden steeds overdag gehouden. "Het is zeer zeker in het belang van de ambtenaar, dat deze "vergaderingen door hem worden bijgewoond. "Veelal worden er behalve bondsaangelegenheden, door sprekers "onderwerpen ingeleid, die met het oog op de werkzaamheden van "de betrokken ambtenaar van veel belang kunnen zijn. "Daarvoor dient hij dan ook o.i. buitengewoon verlof te heb- "ben en dit wensen wij uitdrukkelijk vastgelegd te zien, opdat "door ons niet telkens voor elke vergadering op grond van arti- "kel 34, derde lid, van het ambtenarenreglementbuitengewoon "verlof behoeft te worden verleend. "Wij geven Uw collège dan ook beleefd in overweging wel te "willen bevorderen, dat door de Miniscer van Binnenlandse Za- "ken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie "met de onderhavige bepaling alsnog wordt ingestemd." Het heeft echter niet mogen baten. De Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiek- rechtelijke Bedrijfsorganisatie heeft ons doen weten, dat ken- nisneming van ons bovenvermeld schrijven, geen wijziging heeft kunnen brengen in zijn standpunt betreffende het bepaalde bij artikel 34, lid 1sub g, van het Algemeen Ambtenarenreglement dezer gemeente. de R a a d.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 43