-2.07.53 Onderwerp: Herziening jaarwedden gemeente-secretaris en ontvanger. Bijlage nr. otuien Raad \3û/; H u i z u m, 20 Januari 1959. De Gedeputeerde Staten dezer provincie hebben ons een ontwerp-besluit toegezonden dat beoogt wijziging te brengen met ingang van 1 April 1958 van de ''Jaarwedderegelmg Secretarissen en Ontvangers Friesland 1954". Aanleiding tôt deze wijziging zijn geweest de van regeringswege getroffen salarismaatregelen voor de middel— bare ambtenaren per 1 April van het vorig jaar. Ten aanzien van het gemeente-personeel werden bij Uw besiuit van 2 September 1958 de wedden van de lagere ambtenaren aan de gewijzigde rijksnormen aangepast. Op grond van het bepaalde bij de artikelen 111 en 114 der gemeentewet vragen de Gedeputeerde Staten het oordeel van Uw Raad over de voorgenomen wijzigingen. Ten aanzien van de wedde van de secretaris geven wij u in overweging te verklaren, dat het toegezonden ontwerp Uw instemming heeft. Anders evenwel luidt ons oordeel met betrekkmg tôt de jaarwedde van de gemeente-ontvanger De tegenwoordige wedde van deze ambtenaar bedraagt^ 4188,(minimum) met 6 jaarlijkse periodieke verhogingen van f 132,— tôt 4980,— (maximum). Thans wordt voorge- steld deze bedragen met f 120,— te verhogen, zodat het minimum f 4308,zal bedragen en het maximum f 5100, met gelijkblijvende periodieke verhogingen. Wij vinden deze bezoldiging voor de comptabele ambtenaar in deze gemeente absoluut onvoldoende. Zoals U uit vorige be— handelingen van deze aangelegenheid bekend zal zijn is de door de Gedeputeerde Staten onder goedkeuring van de Kroon vastgestelde salarisschaal gebaseerd op het rapport van de commissie Ubbink (1948). In dat rapport wordt er van uitgegaan, dat eerst m een gemeente van 8 tôt 10.000 inwoners de ontvanger een voile dagtaak heeft. Dit laatste nu menen wij ten zeerste te moeten betwyielen Zoals de werkzaamheden zich de laatste tijd in de gemeenten hebben ontwikkeld mag op grond van onze eigen ervaring gerust gezegd worden dat in een gemeente van 6000 inwoners een ontvanger wel een voile dagtaak heeft. Wanneer men de bezoldiging van de ontvanger in deze gemeente vergelijkt met die van de laagste rangen ter secretarie dan valt een schrille tegenstelling op. Het sala- ris van de tegenwoordige functionaris ligt slechts 114, boven dat van de adjunct-commies B ter secretarie. Als wij dan rekening houden met de grote financiële ver— antwoordelijkheid van de comptabele ambtenaar dan menen wij niet te overdrijven als wij spreken van een schriele be- loning. In procenten uitgedrukt, bedraagt de wedde van de tegen woordige functionaris in deze gemeente 5% van de normale wedde van de secretaris. Wij menen, dat deze verhouding scheef" ligt, om maar niet van een wanverhouding te spreken. Aan de Raad

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 55