De Raad der gemeente LEETJWARDERADEEL Gezien het verzoek d.d. 24 Februari j.l. van het bestuur van de woningstichting "Leeuwarden-Leeuwarderadeel" gevestigd te Leeuwarden, bij Koninklijk Besluit van 10 Maart 1914 no. 17, toegelaten als instelling, uitsluitend in het belang van de verbetering der volkshuisvesting werkzaam, om een voor- schot uit de gemeentekas groot f 1866,voor het aanbrengen van een boiler en een douche-apparaatin de aan de woning stichting in eigendom toebehorende 4 z.g. premiewoningen te Stiens, plaatselijk geme"~kt Lutskeweg nos. 20, 22, 24 en 26; Overwegende, dat de bewoners van deze huizen, zich bereid hebben verklaard, na de totstandkoming van bedoelde extra voorzieningen, daarvoor wekelijks 0,90 huur méér te betalen; dat rente en afschrijving dan ook ruimschoots uit de te ontvangen huur zullen kunnen worden bestreden; Mede gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 Maart 1959; Gelet op artikel 52 van de Woningwet; Besluit: aan het bestuur van de woningstichting leeuwarden-Leeuwardera- deel een voorschot uit de gemeentekas te verlenen van maximaal f 1866, voor het aanbrengen van een boiler en een douche-apparaat, in de aan de woningstichting in eigendom toe behorende 4 z.g. premiewoningen te Stiens, plaatselijk gemerkt Lutskeweg nos. 20, 22, 24 en 26, tegen een rente van 4-è" 1a per jaar en zulks onder de navolgende voorwaarden: a. voor rente en aflossing van het voorschot moet door de woningstichting aan de gemeente jaarlijks gedurende 20 jaren een annuïteit worden voldaan, groot 7.678 van het werkelijk verleende voorschot; b. de annuïteit, zal voor de eerste maal vervallen op de dag, nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen, in ver- band met het tijdstip of de tijdstippen, waarop het voor schot zal zijn uitbetaald; c. bij faillissementof bij ontbinding of opheffing der in stelling, alsmede indien de voorwaarden, waaronder het voorschot is verleend, niet wordt nageleefd, wordt het voorschot of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond op- vorderbaar d. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederender instelling, zonder goedkeuring van Burgemeester en Wet houders, of anders van Gedeputeerde Staten, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een bedrag van tweeduizend gulden 2000,waarvoor de leden van het bestuur, die aan het besluit tôt vervreemding of bezwaring hebben medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, ook na hun aftreden als bestuurslid hoofdelijk ieder voor het geheel aan- sprakelijk zullen zijn; onverminderd het recht der gemeente om, zo daartee termen zic'n, in plaats van de geldboete schade- vergoeding te eisen en om de vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen;

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 47