Duurtetoeslag. Bij Uw besluiten van 28 Februari en 8 Augustus 1958 werd een verordening vastgesteld tôt het toekennen van een duurtetoeslag respectievelijk over het eerste en het tweede halfjaar van 1958, aan het daarvoor in aanmerking ko- mende gemeentepersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie heeft bij zijn circulai re van 22 April 1959? Hoofdafd. O.P.Z. afd. Bez.Bur. II nr. A 592/U 1245 aan de gemeentebesturen bericht, dat ook over het eerste en het tweede halfjaar van 1959? aan het Rijkspersoneel dat aan de gestelde criteria voldoet, een duurtetoeslag zal worden uitbetaald. Deze toeslag bedraagt wederom f 15>60 per half jaar voor elk kind, waarvoor respectievelijk op 1 Januari en 1 Juli 1959 kindertoelage wordt genoten, met dien verstande dat voor deze, duurtetoeslag alleen in aanmerking komen die ambtenaren, welke niet meer dan f 416,per maand of f 96,per week, verdienen. Op êên punt zal de regeling voor 1959 afwijken van die, welke voor 1958 heeft gegolden. Bij de beoordeling van de vraag of iemand op de peildatum een loon geniet van meer dan f 416,per maand of f 96,per week, dient namelijk onder loon te worden verstaan, het loon zoals dat in genoemde circulaire is omschreven, verminderd met hetgeen van de bezoldiging, of het loon wordt ingehouden aan pensioensbijdragen. Werd dus vorig jaar van de bruto-wedde uitgegaan, thans wor den bij de beoordeling van de aangelegde maatstaven de pensioensbijdragen afgetrokken. Dit kan dus betekenen, dat in 1959 een klein aantal werk- nemers alsnog voor de duurtetoeslag in aanmerking zal kunnen komen, dat anders daar buiten viel, wanneer de regeling van 1958 zonder wijziging ook voor 1959 had gegolden. De Minister geeft in overweging soortgelijke maatregelen voor het gemeentepersoneel te treffen. Wij willen hierbij nog opmerken, dat de onderhavige regeling alleen effect sorteert voor de werklieden en de bode-concierge in het gemeentehuisomdat die minder verdienen dan f 416, per maand of 96,per week en nog kinderen te hunnen laste hebben. G-ezien het nauwe verband, dat er steeds heeft bestaan tus- sen de bezoldiging van de Rijksambtenaren en het gemeente personeel, willen wij gaarne aan het door de Minister kenbaar gemaakte verlangen voldoen en stellen wij U dan ook voor, daar- toe te besluiten, door het vaststellen, van bijgaand concept- besluit Burgemeester en Wethouders van leeuwarderadeel De Secretaris, Aan le R a a d

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 85