- 4 -
De heer Tolsma merkt op, dat het vrij veel voorkomt, dat wo-
ningen te koop worden aangeboden, die nog gebouwd moeten worden.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de Raad zich met het
gedane voorstel en stelt het besluit vast, dat als bijlage no. 2
aan deze notulen is gehecht.
4. Voorstel van Burgemeester en Y/ethouders tôt verkoop van een
perceel bouwterrein aan T. Atsma te Cornjum.
Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 3).
Het wordt zonder bespreking aangenomen. Zonder hoofdelijke
stemming stelt de Raad daarna het besluit vast overeenkomstig
bijlage 4.
5. Schrijven van de Provinciale Onderwijsraad van Friesland in-
zake de bel»ning van de friese akte, met voorstel van Burgemees
ter en Wethouders.
Dit voorstel luidt aldus: bijlage 5.
De heer Soepboer kan het advies van Burgemeester en Wethou
ders niet best begrijpen. Spreker meende, dat de akte beloond
werd als men er wat mee deed. Het blijkt hem nu dat 00k het en-
kele bezit ervan al recht op vergoeding geeft. Bij de behande-
ling van de begroting is dit slechts heel even ter sprake ge-
weest en toen de regeling het vorig jaar in de Raad besproken
werd is daar 00k niet de meeste aandacht aan besteed, meent spre
ker achteraf te moeten constateren, maar wil men de zaak, waarom
het hier gaat, activeren, dan moet men hun, die les geven in de
friese taal, hoger belonen dan zij, die de akte wel hebben maar
er niets mee doen, vindt spreker.
Wethouder Di.ikstra zegt, dat de opzet van het schrijven van
de Provinciale Onderwijsraad is om tôt een algemene regeling te
komen. De verordening van Leeuwarden is aan de gemeentebestu-
ren gezonden om te laten zien hoe men er over dacht. Het behelst
niet een voorstel aan de Raad om verandering te brengen in de
bestaande regeling. Het verkrijgen van uniformiteit was de grond-
gedachte van adressanten, in afwachting van wat komen gaat.
De heer Soepboer kan die reden wel aanvoelen, doch meent, dat
de Raad zijn bevoegdheid niet te buiten gaat als hij differen-
tiatie brengt in de bezoldiging wegens het bezit van de friese
akte en het gebruik maken ervan.
De heer Tolsma merkt op, dat toen de zaak het vorig jaar in
de Raad is geweest, er een pleidooi gehouden is om het gebruik
van de akte te belonen; niet het bezit.
Spreker gaat er mede accoord, dat dit beginsel gehandhaafd
wordt
De heer Soepboer vestigt er de aandacht op, dat als men op
het standpunt staatdat onderwijs in het fries nodig is, men
onderwijskrachten moet hebben, die de akte bezitten. Dus zal men
de studie voor deze akte moeten activeren. En nu ligt het, vol-
gens spreker, voor de hand, dat men onderscheid gaat maken in de
beloning aan hen, die de akte bezitten zonder meer en aan hen,
die er wat mee doen, zij dus die les geven aan de school.