- 6 - Na gehouden schriftelijke stemming blijkt, dat aile 9 stemmen zi jn uitgebracht op de heer Kijlstra, zodat deze is benuemd. Hierna wordt het volgende besluit vastgesteld: De Raad der gemeente Leeuwarderadeel; Gelet op artikel 29h der wet van 10 April 1869 (Staatsblad no. 65) zoals deze is gewijzigd bij de wet van 7 Juli 1955 (Staats blad no. 390); B e n o e m t met ingang van de dag zijner be'ëdiging tôt gemeentelijk lijk— schouwer H.T. Kijlstra, arts te Stiens. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de verordening Schoolgeld Kleuteronderwijs 1956. Dit voorstel luidt als volgt: bijlage 8. Mevrouw Bi.jlsma vraagt of belanghebbenden er wel steeds ken- nis van dragen, dat zij voor vermindering of ontheffing in aan- merking komen. De Voorzitter merkt op, dat er in de practijk maar weinigen zullen zijn, die voor ontheffing in aanmerking komen. De heer Tolsma. oppert de idee, dat de leidsters de ouders terzake zouden kunnen inlichten. Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aange- nomen. Vastgesteld wordt het besluit, dat als bijlage 9 3-nn deze notulen is gehecht. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de verordening op de heffing ener vermakelijkhedenbelasting. Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 10). De heer Tolsma vindt het een vreemde zaak, dat kermisexploi- tanten, die een staanplaats pachten boven de pacht ook nog ver makeli jkhedenbelasting moeten betalen. Dikwijls is hun inrich- ting niet eens een kermisvermaak. In een zaal betaalt de bezoe- ker toch ook alleen maar de belasting op de toegangsprijs en wordt niet bovendien nog belasting geheven van de inrichting. Iemand, die een slechte kermis maakt, kan wel een in verhouding veel te hoog bedrag moeten betalen. Spreker vraagt of dit wel zoden aan de dijk zet. Moet er door exploitanten van inrichtin- gen ook betaalt worden als er dorpsfeesten worden gehouden. De Voorzitter beantwoordt deze laatste vraag bevestigend. De heer Tolsma verondersteltdat deze kosten dan wel weer op de feestcommissie verhaald zullen worden. De Voorzitter vindt, dat zij, die een feest organiseren, ook maar moeten zorgen, dat zij er financieel mee uit kunnen. Spre ker ziet tegen de gang van zaken geen bezwaar. Als men de enorme bedragen, waarvoor kermisexploitanten inschrijven, in aanmerking neemt, dan zijn de bedragen van de vermakelijkheidsbelasting maar zeer minimaal, aldus de Voorzitter.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 11