14. Voorst«l van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de .gemeentebegroting, dienst 1959. Burgemeester en Wethouders zenden de Raad het concept van deze wijziging met het volgende schrijven (bijlage 16). De heer Tolsma maakt bezwaar tegen het toekennen van een studietoelage aan de straatmaker A. Nieuwenhuis voor het volgen van een aannemerscursusG-aat dat niet te ver, vraagt spreker. De Voorzitter beantwoordt deze laatste vraag ontkennend. Door het volgen van deze cursus kan van de straatmaker geprofiteerd worden bij werkzaamheden, die anders door een opzichter gedaan moesten worden. Bovendien bestaat er een kans dat men, door iemand te helpen, voorkomt dat hij weg loopt. De heer Tolsma vindt, dat de ambtenaar hierdoor wel in een zéér bevoorrechte positie komt te verkeren boven degene werkzaam in het particulière bedrijf. De Voorzitter wil dat niet ontkennen, maar er mag niet uit het oog worden verloren, dat de rechtspositie van de ambtenaar nu eenmaal anders is dan van de particulier. Volgno. 474a. Bijdrage aan de Provinciale Commissie "Weerbaar en Paraat" ad f 25. De heer Tolsma vindt, dat het een vreemde indruk geeft als men probeert iets op de been te houden wat geen levensvatbaar- heid blijkt te bezitten. De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders zich op het standpunt hebben gesteld, dat er een bepaalde binding was ontstaan tussen de onderscheidene reservediensten en het Instituut Steun Wettig Gezag. Nu dit laatste is ontbonden, voe- len Burgemeester en Wethouders er voor de weerbaar- en paraat- heidsgedachte levendig te houden zoals deze door de nieuwe stichting wordt gepropageerdomdat er principieel niets veran- derd is. De heer Tolsma verklaart zich desondanks tegenstander van het verlenen van subsidie en verlangt stemming over deze post. Zij wordt aangenomen met 6 tegen 3 stemmen. Voor stemden mevr. Bijlsma-Boersma en de heren Poepjes, B.R. Dijkstra, Kalma, Zon- dervan en de Swart en tegen mevr. Stolte - van der Meulen en de heren van der Ploeg en Tolsma. Volgno. 117a. Bijdragen verbetering Stêdpaed te Britsum. Mevr. Bi.jlsma vraagt of het niet mogelijk is, dat de nog niet verbeterde gedeelten opgeknapt worden. De Voorzitter antwoordt, dat de moeilijkheid hierin schuilt, dat het particulière weg is. Daarvoor is de volledige medewer- king van aile eigenaren noodzakelijk. De heer B.R. Di.ikstra vraagt hoe Burgemeester en Wethouders het nog resterende tekort op de begroting dienst 1959 denken weg te werken. De Voorzitter kan daarop thans nog geen antwoord geven. Bur gemeester en Wethouders zullen zich hierover in een, volgende week te houden, vergadering beraden. De Raad stelt daarna het besluit vast overeenkomstig het aan- geboden concept.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 17