-1.784.38 Onderwerp: Beloning brand- weerpersoneel H u i z u m, 14 Deeember 1959. In verband met de incorporatie van de gebruikelijke procentuele verhogingen in de beloningen van het brand- weerpersoneel hebben wij ons om advies gewend tôt de Inspecteur van het Brandweerwezen in het District G-roningen, Friesland en Drente, teneinde ons nader te kunnen orienteren omtrent de aan het brandweerpersoneel toe te kennen beloningen en vergoedingen. Genoemde functionaris merkte bij deze gelegenheid op, dat het nimmer de bedoeling van de Minister van Binnen- landse Zaken is geweest de procentuele verhogingen, zo- als deze ook aan het overige personeel der gemeente wor- den toegekend, over de beloningen van het brandweer personeel te berekenen, daar men hierdoor deze beloningen brengt in de sfeer van het loonstelsel en het karakter der vergoedingen verloren gaat. Teneinde aan de behoefte van een meer uniforme regeling tegemoet te komen heeft het Provinciaal Brand- weercomité in Drente, in samenwerking met de Groninger Provinciale Brandweerbondeen regeling voor het brand weerpersoneel samengesteldwaarvan gemelde functionaris ons een afschrift als eventueel toe te passen richtlijn heeft doen toekomen. Wij merken hierbij op, dat in de provincie Friesland geen nadere richtlijnen omtrent deze materie zijn ver- schenen, doch dat de door voornoemde brandweerbonden_ samengestelde vergoedingsregelen zeker ook aan de Friese gemeenten gesuggereerd worden. Wij hebben gemeend ons in grote lijnen bij dit belo- ningssysteem te moeten aansluiten en stellen U voor de jaarlijkse beloningen en vergoedingen van de diverse functionarissen alsvolgt vast te stellen: voor de commandant van de brandweer (in de rang van adjunct-hoofdbrandmeesterf 500, voor een brandmeester 110, voor een onderbrandmeester 65, voor een 1e chauffeur-pompbediener (in de rang van hoofd-brandwacht100, voor een 2e chauffeur-pompbediener (in de rang van brandwacht) 85, voor een brandwacht (na 1 jaar diensttijd) 55, voor een adspirant-brandwacht (gedurende het 1e jaar als de brandwacht nog geen brandweerervaring heeft) 40, De uurlonen, te betalen bij brandzouden wij, tôt en met de rang van brandmeester, bepaald willen zien op f minder dan een uur voor een vol uur te rekenen en bij een tijdsduur van langer dan een uur, naar boven af te ronden op een vol uur. AAN de Raad

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 99