- 2 -
AntwoordBurgemeester en Wethouders menen, dat de ge-
meente-classificatie uit den boze is en zij stellen voor
dit ter kennis te brengen van de Minister van Binnenlandse
Zaken en de Gedeputeerde Staten deze-r provincie.
Verder kunnen zij U in verband met deze aangeleg.enheid
mededelen,dat omstreeks Februari 1961 de provinciale
commissie,die de gemeente-classificatie bestudeert, bijeen
zal komen teneinde haar rapport opte stellen, waarin vele
bezwaren tegen de gemeente-classificatie zijn opgenomen.
Practisch nut zien zij momenteel niet in salariëring
naar 1e klas standplaats omdat dit zonder meer niet kan
worden goedgekeurd.
In de 1e sectie bepleitte een lid de instelling van een
gemeentelijk studiefonds.
Weliswaar was het dit lid bij de begrotxng van Sociale
Zaken opgevallen, dat door deze instelling somtijds v°or~
schotten worden verleend om de studie te bekostigendoch
hij achtte dit niet de juiste weg, terwijl dit ook niet
algemeen bekend was.
Hii was dan ook bevreesd, dat er op deze manier tocn
nog talenten verloren gingen van begaafde jongelui van mmver-
mogende ouders. r„
Gaarne zag dit lid dat Burgemeester en Wethouders eens
bij de provincie en andere gemeenten, waar zulk een fonds
reeds bestaat, informeerden omtrent de bevindingen aldaar.
De commissie van rapporteurs is het ermee eens, dat aan
begaafde jonge mensen, de gelegenheid moet worden geboden
om te kunnen studeren en dat dit niet via de dienst van
Sociale Zaken behoort te geschieden.
Alvorens nader op het door het lid van de 1e sectie naar
voren gebrachte idee in te gaan, zal de commissie van
rapporteurs gaarne vernemen, welke mogelijkheden er op dit
terrein thans reeds bij het Rijk en de provincie bestaan,
waarbii de commissie tevens gaarne zal worden ingelicht, om
trent de mate van het toezicht, dat op studerenden met een
beurs wordt uitgeoefend, opdat de verstrekte gelden ook voor
het beoogde doel en dp de juiste manier worden besteed.
Antwoord: Burgemeester en Wethouders zullen de raad de
gevraagde inlichtingen geven en komen daarna terug op e
eventuele mogelijkheid van het in het leven roepen van een
studiefonds
Een lid van de 3e sectie wilde de inhoudsopgave gaarne
voor in de begroting hebben inplaats van achterin.
Tevens zou het volgens dit lid gemakshalve aanbevelmg
verdienen bij elk hoofdstuk van de inhoudsopgave het nummer
van de bladzijde te vermelden, waar men het betrekkelij
hoofdstuk kan vinden.
Niet ingewijden hebben nu soms emge tijd nodig om
bepaalde post te vinden.
De commissie van rapporteurs brengt dit aan Burgemeester
en Wethouders over.
Antwoord van Burgemeester en Wethouders.
Met de inhoudsopgaaf zal hier wel bedoeld zign de
zameling van de begrotingsci^fers volgens de hoofdstukke