Het is voor de gemeenten met het oog op de kosten thans
uitermate moeilijk om met betrekking tôt de openbare ver-
lichting tôt een verantwoord verzorgingspeil te komen.
Deze kosten behoren z.i. op de kapitaaldienst thuis.
Naar het oordeel van dit lid ware de afschrijving aan de
gemeenten over te laten, die de termijn dan op b.v. 25 jaren
konden stellen.
Bij de met rasse schreden voortschrijdende techniek voelt
het P.E.B. daar niet voor.
Misschien, zo wordt daar geopperd, hebben we met 5 jaar wel
atoomverlichting.
Dit lid bevredigde deze toestand echter allerminst. Hij
verzocht Burgemeester en Wethouders zich hieromtrent eens
met het P.E.B. te willen verstaan en indien dat niet helpt,
dan zich tct Gedeputeerde Staten te wenden.
Naar hij was geïnformeerd was deze kwestie momenteel in
de gemeente Ooststellingwerf ook aanhangig.
De commissie van rapporteurs voelt er wel voor, dat
Burgemeester en Wethouders zich eens met het Provinciaal
Electriciteitsbedrijf verstaan, omtrent de thans gevolgde
méthode van afschrijven op de straatverlichting.
Antwoord: Burgemeester en Wethouders zeggen toe dat zij
zich van het standpunt van het Provinciaal Electriciteits-
bedrijf op de hoogte zullen stellen en hierover de Raad
zullen inlichten.
Een lid van de 2e sectie merkte op, dat bij de over-
steekplaats van het fietspad bij het kruispunt naar Hijum
een noodverlichting is aangebracht, in afwachting van de
definitieve verlichting.
Teneinde ongelukken te voorkomen ware volgens dit lid
een paar schrikplanken aan te brengen voor aanduiding van
het fietspad.
Het is de commissie van rapporteurs gebleken, dat in-
middels reeds êên schrikplank werd aangebracht.
Antwoord; Burgemeester en Wethouders achten,na daaromtrent
ingewonnen advies, één schrikplank voldoende.
In de 3e sectie was men over het algemeen wel ingenomen
met de uitbreiding van de straatverlichting met 20 lantaarns
waarvoor een bedrag van f 2000,is uitgetrokken.
Waar komen deze 20 lantaarns te staan? zo werd gevraagd.
Indien het in de bedoeling ligt hiervan een aantal in het
nieuwe uitbreidingsplan te Stiens te plaatsen, dan achtte
men dit minder juist. De kosten van dergelijke lantaarns
behoren naar het oordeel van deze leden op het stratenplan
te worden geboekt.
Voorts zou men gaarne worden ingelicht omtrent het ver-
schil tussen de kosten van natrium- en kwiklampen, zowel
onderling als afzonderlijk.
De commissie van rapporteurs brengt deze vragen aan
Burgemeester en Wethouders over.
De commissie is het met de vragensteller eens, dat de
kosten van de nieuwe lantaarns in het uitbreidingsplan van
Stiens, niet uit deze post betaald moeten worden.