De coimnissie van rapporteurs brengt dit onder de aandacht
van Burgemeester en Wethouders.
Antwoord van Burgemeester en Wethouders:
De commissie van georganiseerd overleg in ambtenarenzaken
is niet tôt overeenstemming kunnen komen zodat Burgemeester
en Wethouders een beslissing zouden moeten nemen. Aangezien
momenteel niemand van het personeel een studietoelage ont-
van g t is deze zaak niet uitermate urgent.
Binnenkort wordt op deze aangelegenheid teruggekomen
Volgno. 250. Toelage aan ambtenaren en werklieden bij ge-
meentewerken voor het houden van een rijwiel.
Aile leden van de 5e sectie zagen het nut niet in, om aan
de directeur van gemeentewerken naast de vergoeding voor een
eigen auto, ook nog f 85,rijwieltoelage te geven.
Voor het gebruiken van de fiets in het dorp Stiens was dit
veel te veel.
Ook ten opzichte van de rijwieltoelage voor de beide
technische ambtenaren, die ook f 85,ontvangen en daarvc v-
de gehele gemeente doorkruisen, moet eenzelfde bedrag voor
de directeur van gemeentewerken aan de hoge kant worden ge-
acht, zo al niet overbodig zijn.
De commissie van rapporteurs stelt voor de rijwieltoelage
van de directeur van gemeentewerken te schrappen en dit be
drag te verdelen over de beide technische ambtenaren, zodai
die dan elk f 127,50 per jaar krijgen.
Antwoord: Burgemeester en Wethouders voelen niets voor
deze verandering. Belanghebbende gebruikt regelmatig zijn
fiets en als hij in plaats daarvan per auto zou gaan werd
het veel duurder. Voor de beide technische ambtenaren ware
de vergoeding te laten op de vastgestelde bedragen omdat
anders de gehele regeling van de rijwielvergoeding scheef
wordt getrokken.
Volgno. 252. Reis- en verblijfkosten directeur van gemeente
werken.
In de toelichting op deze post is vermeld, dat de toelage
maximaal f 1500,per jaar bedraagt.
Het wil de 2e sectie voorkomen, dat deze limiet xn het des-
tijds terzake genomen raadsbesluit nimmer is gesteld. Het
voorstel Soepboer c.s. behelsde om aan de directeur van
gemeentewerken de door hem in gemeentedienst gemaakte auto-
kosten ingevolge het Reisbesluit te vergoeden. Daarvoor werd
op de begroting voor 1959 aanvankelijk een crediet van
1000,uitgetrokken, in Augustus 1959 verhoogd tôt f 1500,-
en in December 1959 nogmaals tôt f 1590,14, zijnde het
werkelijk uitgegeven bedrag.
Ware door de Raad een maximum van f 1500,-- gesteia, aar
had de betrokken begrotingspost in 1959 ook niet verhoogd
moeten worden tôt f 1590,14. Door met dat voorstel te komen
hebben Burgemeester en Wethouders reeds blijk gegeven, dat
nimmer een maximum is gesteld.
De leden van de 2e sectie zullen dan ook gaarne van
Burgemeester en Wethouders vernemen, waarom deze clausule
aan de toelichting is toegevoegd.