- 14 - De heer Tolsma is ervan overtuigd, dat de Gedep iteerde Staten dit ook wel willen uitlokken. Wethouder Zondervan ziet het nut er niet van in dat de Raad nu een besluit neemt. De vakbonden zijn er uiteindelijk mee ac- coord gegaar.na aile voor- en nadelen tegen elkaar te hebben af- gewogen. Als er op dit gebied iets te bereiken valt, doen de grote vakbonden dat wel. De heer Tolsma veronderstelt dat, als de heer Zondervan geen vreemdeling is in het Je^uzalem van de vakbeweging, hij wel kan weten, dat het dikwijls een kwestie is van loven en bieden en onderling overleg om tôt resultaat te komen, waarop de heer Zondervan vraagt of de heer Tolsma in gemoede meent, dat hij er iets mee zal kunnen bereiken met wat hij vanavond wil. Dat wordt heus wel op het hoogste niveau uitgemaakt. De heer Tolsma wil hiermede niet op de stoel van de grote vakverenigingen gaan zitten maar wil een woord van protest laten horen tegen het langer voortbestaan van de gemeente-classifica- tie, die de vakbeweging blijkbaar niet ongedaan kan maken. Daar- tegenover wil hij een daad stellen. Wethouder Zondervan meent, dat waar de gemeente-classificatie al zo vele jaren een onderwerp van débat is geweest, het wel moeilijk zal zijn deze aangelegenheid bevredigend op te lossen. Spreker ziet het allereerst als een zaak, die de Regering aangaat. Wat het wegnemen van onbillijkheden betreft, gelooft spreker, dat de tegenwoordige Regering al zoveel meer gedaan heeft dan de vorige toen daarin ook socialisten zaten. De heer Tolsma merkt op, dat in het Chr. Nationaal Vakverbond heel wat leden ernstig bezwaar hebben tegen de classificatie De heer Poeo.ies vindt, dat waar de vakbeweging zo dikwijls ge- noemd is in dit débat, wel het bewijs is geleverd, dat men van die zijde aan deze kwestie de aandacht schenkt, die zij verdient. Maar de heer Tolsma heeft nu een bepaald voorstel gedaan en als wij het er over eens kunnen zijn, dat de gemeente-classifica tie afgeschaft moet worden, kan de Raad wel tôt een uitspraak komen. De heer Soenboer gelooft met wethouder Zondervan, dat het niet in de allereerste plaats de taak van de gemeenteraad is de rege- ringspolitiek op dit punt te doorkruisen. Het heeft hem trouwens bevreemd, dat de heer Tolsma deze politiek thans wel becritiseerd maar ten tijde, dat zijn partijgenoot Poepjes wethouder was, de politiek van de toenmalige regering op dit punt nooit fel is aangevallen. Dat vindt spreker maar wat vreemd. De Voorzitter is van oordeel, dat de regeringspolitiek er buiten moet worden gelaten. Het speelt geen roi of de heer Poep jes toen wethouder was of niet. De zaak moet thans gezien worden in het licht van vandaag. Het voorstel van de heer Tolsma wordt in stemming gebracht en aangenomen meb 7 tegen 4 stemmen. Voor stemden mevr. Stolte - van der Meulen en de heren Soepboer, P.Th. Dijkstra, Poepjes, de Swart, Tolsma en van der Ploeg, terwijl zich tegen verklaarden mevr. Bijlsma-Boersma en de heren B.R. Dijkstra, Raima en Zon dervan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 27