Bij de plaatsing van kinderen zal "bovendien nog
het volgende in acht worden genomen:
a. voor elk kind moet een behoorlijke slaapplaats
aanwezig zijn, terwijl het slaapvertrek voldoende moet
worden verlichtgereinigd en geventileerd
b. door degene, die met de verzorging is belast,
moet worden gezorgd, dat aan ieder kind passend,
hetzij openbuar dan wel bijzonder schoolonderwijs
wordt gegeven, zo mogclijk in overeenstemming
met hun godsdienstige gezindheid.
Het bestuur overtuigt zich geregeld in hoevcrre
de opneming in een gezin of inrichting langer verant-
woord dan wel noodzakelijk is.
Hiertoe kan het bestuur besluiten de verzorgden
zowel in het betrokkcn gezin dan wel in de inrich
ting te bezoeken, welke bevoegdheid tegenover het
hoofd van het opnemende gezin of inrichting uitdruk-
kelijk moet worden voorbehouden.
Van genees- en heelkundige hulpverlening.
1. Onder genees-, heel- en verloskundige hulp wordt
behalve de behandeling der patiënten verstaan de
levering van medicijnen en verbandmiddelen
2. Het hoofd van dienst geeft aan de geneeskundige
een bewijs af waaruit blijkt dat de genees-, heel- en
verloskundige hulp voor rekening van de dienst kan
worden verleend.
3. In spoedeisende gevallen zijn de geneeskundigen
gehouden 00k zonder dit bewijs een onderzoek in te
stellen en zo nodig hulp te verlenen.
4. Over de verstrekking van kostbare genees- en ver
bandmiddelen en over de opneming in ziekenhuizen en
vërpleeginrichtingen beslist het bestuur.
Van de administratie en het kasbeheer.
De administratie van de dienst behoort zodanig te
zijn ingericht dat hieruit te allen tijde kan blijken
aan wie en tôt welk bedrag ondersteuning is of wordt
verstrekt
1Het kasbeheer van de dienst kan worden opgedragen
aan een kassier die niet werkzaam is op het bureau
van de dienst.
2. De jaarwedde van de kassier wordt, indien deze
functie niet wordt bekleed door een ambtenaar van het
bureau van de dienst, vastgesteld door het bestuur
onder goedkeuring van de gemeenteraad
Artikel 32. 1. Het bestuur stelt, voor de ambtenaar belast met
het kasbeheer, een instructie vast onder goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders.
2. Het bestuur doet tenminste éénmaal per vier maan-
den en voorts zo dikwijls hem dit nodig voorkomt de
boeken en de kas opnemen door een of meer deskundigen
van het Centraal Bureau voor Verificatie en Pinancielr
Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten te
1s-Gravenhage
3. De in het vorige lid bedoelde contrôle geschiedt
zonder voorafgaande waarschuwing van het hoofd van
dienst en van de ambtenaar belast met het kasbeheer.
Artikel 27.
Artikel 28.
Artikel 29.
Artikel 30.
Artikel 31