Dit zou nog nader door de heer Bouma met van der Meulen v/cr
den besproken. Bovendien wilde deze een strook grond achter de
woningen aan de Pyter Jurjensstrjitte (van de grond dus die de
gemeente van de familie Brandsma moet kopen) in eigendom hebben.
Burgemeester en Wethouders staan op het standpunt, dat hiervoor
geen enkele reden aanwezig is.
De heer Soepboer is het opgevallen, dat geen vergoeding is
opgenomen voor derving van inkomsten.
De Voorzitter antwoordt, dat van der Meulen daarmede wel ge-
noegen heeft genomen maar hij wilde een strook grond hebben
liggende achter de particulière woningen. Spreker kan zich
voorstellen, dat de eigenaren van deze woningen daarvoor ook
wel eens belangstelling zouden kunnen hebben.
Zonder hoofdelijke stemming stelt de Raad het besluit vast
volgens bijlage 9.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt onderhandse aan-
besteding van de bouw van de Kleuterschool te Cornjum.
Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 10).
De Voorzitter schorst de openbare vergadering en de Raad gaat
over tôt de behandeling van dit onderwerp in een zitting met
gesloten deuren.
Na heropening van de openbare vergadering wordt het voorstel
zonder verdere bespreking aangenomen en wordt zonder hoofdelijke
stemming het besluit vastgesteld volgens bijlage 11.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
de gemeentebegroting, dienst 1960.
Het ontwerp van deze wijziging heeft voor de leden ter inzage
gelegen. Daarbij behoort de toelichting, die als bijlage 12
hieraan gehecht is.
Vol^no. 240. De heer Soepboer iu;eft het bevreemd dat de post
sneeuwruimen met f 2500.- overschreden is. Er is bijna geen
sneeuw gevallen, merkt spreker op.
Voonzitter zegt, dat het niet alleen sneeuwruimen betreft,
maar ook en vooral gladheidsbestrijding. En daaraan moest nogal
wat uitgegeven worden. De post is niet te hoog. Destijds is, op
aandrang van de Gedeputeerde Staten, het gemiddelde genomen van
de uitgaven over een aantal jaren.
Volgno. 208. De heer Kalma vraagt of van de premieregeling wo-
ningverbetering door middel van de aanleg van closetinstalla-
ties nogal wat gebruik wordt gemaakt. Is de inhoud van deze
regeling voldoende bekend, vraagt spreker.
De Voorzitter antwoordt, dat practisch aile timmerlieden met
de toepassing van de regeling bekend zijn.
Wethouder Zondervan vreest, dat van de burgers slechts enke-
len van het bestaan van de regeling weten.
De Voorzitter gelooft, dat dit wel wat meevalt. D0rspronke-
lijk is de regeling gegroeid uit het Terlingenfonds
De heer Soepboer vraagt waar eigenlijk de grens ligt, want
spreker heeft wel eens de indruk, dat zij die minder besteed
hebben aan verbeteringen vaak een hogere premie krijgen.