De heer B.R. Di.ikstra weet uit de practijk, dat een derge- li jke regeling wel goed werkt naar beide kanten. Spneker kan zich wel indenken, dat de heer Kalma de regeling van een vaste vergoeding niet sympathiek vindt, maar bij de uitvoering ervan valt het mee. Daarna wordt het besluit tôt wijziging van de begroting vast- gesteld overeenkomstig het ingediende concept. Rondvraag. De heer Soenboer zijn klachten ter ore gekomen, dat de uit- slag van de keuring van vee, dat in de noodslachtplaats gebracht wordt, zo lang op zich laat wachten. De Voorzitter wil graag schriftelijk in kennis gesteld worden met een concreet voorbeeld. De heer Soeoboer wil hier wel werk van maken. Hij laat in het midden waar de fout zit, maar de tijd tussen aanvoer en keuring duurt te lang. De heer Soenboer weet niet of en in hoeverre de Raad er iets over te zeggen heeft, maar hij heeft vernomen, dat er plannen zijn een beweegbare brug over de Cornjumer vaart te vervangen door een vaste en dat daartegen bezwaren zijn ingebracht. Spre- ker zou daarover wel enige inlichtingen willen hebben. De Voorzitter antwoordt, dat er geen vaste brug in de Corn jumer vaart komt, zoals Burgemeester en Wethouders nader hebben beslist. Toen L. v.d. Burg het verzoek deed de oude brug, die vernieuwd moest worden, door een vaste te vervangen, is een ontwerp-wijziging van de Waterstaatslegger ter visie gelegd. Tegen de voorgenomen afvoering van de Cornjumer vaart konden belanghebbenden bezwaren indienen. Hiervan is door sommigen gebruik gemaakt. De geopperde bezwaren waren van dusdanig belang, dat Burgemeester en Wethouders afvoering van de Cornjumer vaart als vaarwater niet geoorloofd achten. De heer Soepboer vraagt: Hebben aangrenzende gebruikers nie, hun belangen bepleit bij het ontstaan van een vaste brug. En wat de bezwaren van de bezitters van bootjes betreft, is er wel vergunning verleend voor het hebben van een schiphuis in de Cornjumer vaart? De Voorzitter stelt de wedervraag: Is het zo'n groot bezwaar de bestaande rolbrug te handhaven. Want de vraag heeft gegolden: als de beweegbare brug door een vaste wordt vervangen, welke belangen worden dan geschaad. Uit de bezwaren, die tegen de wij ziging van de legger zijn ingebracht, bleek, dat enKele personen een bootje hebben, die enige malen per jaar gebruik maken van de Cornjumer vaart. De heer Soepboer wijst er op, dat het hier ook gaat om de belangen van twee boerderijen, waarvan de ene voet- en kruipad heeft langs de Dokkumer Ee. Moest de gemeente in dit geval niet zorgen, dat dit in stand wordt gehouden. Een ander heeft er zo- veel belang bij, dat er een vaste brug komt, omdat hij dan recht van reed kan krijgen als hij bijdraagt in de kosten van de vaste brug. Wethouder Zondervan vraagt, welk motief zou van den Burg daarmede kunnen hebben?

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 15