- 9 - Mevrouw Billsma meent te weten, dat Nicolaij doodsbenauwd is dat, als er een losse brug komt, hij van de buitenwereld afgesloten wordt, omdat zijn bedrijf dan geen uitgang meer heeft. Eertijds was dit het trekpad. De Voorzitter merkt op, dat ook overwogen is de doorgang van de brug smaller "te maken, maar dit zou eveneens reacties kunnen opwekken, want de doorgang staat op de thans geldende legger aangegeven. De heer Kalma vraagt, als het fietspad langs de Dokkumer De aangelegd wordt, wordt dan de situatie niet gunstiger. De Voorzitter kan daar geen antwoord op geven, trouwens dit plan is nog maar in een beginstadium. De heer Soepboer zegt, dat bij de begrotingsbehandeling door hem gepraat is over de instelling van een commissie van openbare werken. Dat is toen afgestemd en men heeft er genoegen mee ge- nomen zo nu en dan eens bij de werken langs te gaan. Maarvraagt spreker, hoe krijgt de Raad nu de urgentie te beoordelen? Is het ook mogelijk, dat gedurende enkele dagen opgenomen wordt hoe intensief het verkeer is over bepaalde wegen en wat er passeert» Als er gegevens beschikbaar zijn over het verkeer kan de Raad beter beoordelen welke wegen, wat de noodzaak van verbetering betreft, voorkeur verdienen. Spreker heeft nu vaak het gevoel, dat hij alleen maar ja behoeft te knikken voor een plan, dat hier ter tafel komt. De Voorzitter vraagt of daar al die moeite wel voor nodig is» Men is bij de dienst van gemeentewerken meer dan voldoende op de hoogte van het verkeer. Op grond van technische adviezen van deze dienst zijn Burgemeester en Wethouders wel in staat te be oordelen welke wegen eerst verbeterd moeten worden. De heer Soepboer houdt vol, dat bij een minder goede situatie van de weg, het voor de Raad - gezien het verkeer over die weg gemakkelijker valt de noodzaak van verbetering te beoordelen. De Voorzitter vraagt, maar waarvoor hebben wij die verkeers- gegevens nodig. Die noodzaak kan anders wel beoordeeld worden naar objectieve maatstaven. De heer Poep.ies is het daarmede eens. Daarvoor heeft hij genoeg vertrouwen in de dienst van gemeentewerken. De heer Tolsma acht het afgezien van de verkeerssituatie wel mogelijk voor de raadsleden om een oordeel uit te spreken over de noodzakelijkheid van een wegverbetering. Y/ethouder Zondervan vindt het idee van de heer Soepboer sterk overdreven. De Voorzitter zegt, dat het tonslotte weinig uitmaakt of over de ene weg wat meer verkeer is dan over de andere. De heer Tolsma heeft in de vorige vergadering er voor gepleit dat bij de ingang van het pad, dat loopt ten oosten van de Bree- dijk tôt aan de Zuivelfabriek, een bord wordt geplaatst met het opschrift: "Inrijden toegestaan"Hoe ver is het daarmede, vraagt spreker.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 17