Toelichting behorende bij begrotingswijzigingen
nos. 7 en 8 van het dienstjaar 1961.
Volgno. 26. Jaarwedden van de ambtenaren der gemeente-secretarie.
Verhoging f 190,08.
Het ligt in onze bedoeling de ambtenaren H. Stam en
S. Sinnema, met ingang van 1 Juli a.s. te bevorderen tôt
respectievelijk commies A en adjunct-commies A ter secretarie.
iolgno. 230. Rijwielvergoedingen aan het personeel van gemeentewerken.
Verhoging 60.
De werkman in algemene dienst A.J. Visser, die tevens
schoolschoonmaker is, ontvangt een rijwieltoelage van 25.-
per jaar. Visser is de laatste tijd geregeld de gemeente in
voor de bestrijding van ratten.
Hij heeft namelijk een opleiding gehad als gemeentelijke
rattenbestrijderDe moderne verdelgingsmiddelen zijn dermate
giftig, dat het niet toelaatbaar moet worden geacht deze in
handen te stellen van particulieren, afgezien nog van de
vraag of niet-deskundigen wel steeds de juiste bestrijdings-
wijze toepassen.
Omdat Visser hiervoor geregeld op pad moet, komt het ons
billijk en gewenst voor, dat hem de voile rijwielvergoeding
wordt toegekend.
Wij zouden dit, gerekend van 1 Januari 1961 af, op het
algemene bedrag van 85.- per jaar gesteld willen zien.
Volgno.254a. Uitkering van een reistijd-werktijdvergoeding aan de gemeente-
werklieden in vaste dienst. Verhoging f 1575.
Zoals U bekend is, worden reeds enkele jaren aan de losse
werklieden, gedurende de période van 1 Maart - 1 November
3 reisuren vergoed. Zij werken dus 48 uren per week, doch
krijgen 51 uren uitbetaald.
Het reizen van en naar het werk dient dan geheel te ge-
schieden buiten de aangegeven arbeidstijden.
Het werd altijd als een onbillijkheid gevoeld, dat de
vaste werklieden deze vergoeding niet genoten. Bovendien had
het tôt gevolg, dat sommige losse werklieden meer op de hand
kregen, dan hun collegae in vaste dienst.
Daarbij kwam het voor, dat de handlanger 's morgens om
7 uur op het werk aanwezig was en degene onder wiens toezicht
hij moet werken, de gemeentewerkman in vaste dienst, dan pas
van huis ging.
Deze inconsequentie mag o.i. niet langer bestendigd blijven.
Het ligt dan 00k in onze bedoeling, aan de werklieden in vaste
dienst, een reistijd-werktijdvergoeding toe te kennen van
f 175.- per jaar (35 weken 5.- per week).
Het reizen van en naar het werk dient dan voortaan door
deze catégorie van werklieden 00k geheel te geschieden, bui
ten de aangegeven arbeidstijden.
Bijlage nr. 13
notuler Raad^Mei* 6j|
