-1.851
07
Onderwerp:
Gemeentelijk
Studiefonds
Bijîage nr. 6
notulen Raad-3Aug' 61
H u i z u m, 27 Juli 1961
In ons antwoord op het verslag van de Commissie van
Rapporteurs omtrent het onderzoek van de gemeentebegroting
voor 1961, hebben wi j toegezegd U nader te zullen inlichten
omtrent de mogelijkheden tôt het bekomen van studiebeurzen
en renteloze voorschotten.
Jaarlijks wordt er in aile belangrijke kranten o.a. in de
Leeuwarder Courant, offici'ële publicatie gedaan van de moge-
lijkheid tôt het bekomen van studiebeurzen en renteloze voor
schotten. Deze worden gegeven, zoals U zal kunnen blijken uit
het door ons bij de stukken overgelegde exemplaar van de Leeu
warder Courant van 10 Januari j.l. voor muziekstudiedansstu-
die, studie aan Nederlandse universiteiten en hogescholen,
aan aangewezen scholen voor voorbereidend hoger en/of middelbaar
onderwijs en aan gesubsidieerde opleidingen voor M.O. akten;
aan gesubsidieerde scholen voor uitgebreid technisch en hoger
technisch onderwijs en andere scholen voor uitgebreid lager
en middelbaar nijverheidsonderwijs; aan gesubsidieerde scholen
voor maatschappelijk werk en opleidingen voor leid(st)ers voor
jeugdvorming; aan het centraal instituut voor opleiding van
sportleiders en sportleidsters; aan rijks-, gemeentelijke of
aangewezen bijzondere inrichtingen tôt opleiding van onderwij-
zers (essen) en gesubsidieerde of aangewezen opleidingen voor
kleuterleidsters
Kortom de verscheidenheid tôt het verkrijgen van studie
beurzen of studietoelagen is dermate groot, dat gezegd kan
worden, dat ieder kind met voldoende capaciteiten, wiens ouders
een verdergaande studie niet kunnen bekostigen, voor een beurs
of toelage in aanmerking kan komen. Dus practisch voor elk
soort onderwijs na de lagere school.
Verder is er een provinciaal studiefonds.
Het règlement hiervan ligt eveneens bij de stukken voor U
ter inzage.
0ok hebben enkele gemeenten in Priesland een gemeentelijk
studiefonds ingesteld.
Een (niet meer geheel recente) uitgave van de Stichting
Friesland voor Maatschappelijk Werk, bedoeld als wegwijzer
voor Studiefondsen en -beurzen van 1956, kunnen wij U verder
ter kennismaking aanbevelen.
Aangenomen mag worden, dat de hoofden der scholen in vol
doende mate met de mogelijkheden op de hoogte zijn en de ouders
kunnen inlichten als een aan hun hoede toevertrouwd kind voor
het volgen van verder onderwijs in aanmerking komt.
Over de vraag of naast de reeds bestaande mogelijkheden nog
een gemeentelijk studiefonds nodig en gewenst is, kan men on-
gelijk oordelen. Het kan een mogelijkheid inhouden, als men
er niet in geslaagd is van de eerder genoemde instellingen een
toelage te bemachtigen, te trachten het van de gemeente los te
krijgen.
a n
de R a a d.