- 3 - 2. Voorstel van Burgemeester en wethouders tôt het treffen van voorzieningen met het oog op de verwarming van de ambtswoning van de Burgemeester. Dit voorstel luidt aldus (bijlage 1). De Voorzitter licht nog nader toe, dat in de aanbieding niet begrepen is een circulatiepomp. Spreker acht het wel verstandig deze op te nemen. Het totaalbedrag van de verandering zal volgens schatting van de Directeur van gemeentewerken een bedrag van 5000.- niet overschrijden. De kachel blijkt te zijn versleten. Dat is op zichzelf een wondere geschiedenis De heer Tolsma vindt wat de Raad nu te behandelen krijgt, in- derdaad verwonderlijk. Maar als dit nu zo wcrdt uitgevoerd als het is aangeboden, zijn wij dan van de ellende af, vraagt spreker. Het is een deskundig advies en daarop kan spreker als niet-deskundige niet afdingen maar voor ae kamers beneden is een haard anders wel gezellig. Destijds is de levering aan Bronswerk opgedragen omdat deze als deskundig en betrouwbaar bekend stond. Dat het gevolgde systeem tôt teleurstelling heeft geleid komt misschien omdat de capaciteit van de kachel te klein is genomen. De Voorzitter ontkent, dat de capaciteit van de kachel te klein geweest zou zijn. Als er altijd maar voldoende hard gestookt werd kon het gehele huis voldoende verwarmd worden, maar dan was spre ker jaarlijks voor zo'n twaalfhonderd gulden aan brandstof kwijt. Nu werd er zo gestookt, dat het 's morgens nocit boven 50 60° was. Er is spreker medegedeeld, dat er 1° genoeg radiatoren moeten zijn en 2° deze moeten voldoende verwarmend oppervlak hebben. De heer Tolsma is van mening, dat als de ketel voldoende capa citeit heeft, deze in staat moet zijn aile vertrekken behoorlijk te verwarmen. Waar denkt men de ketel te plaatsen, vraagt spreker. De Voorzitter antwoordt, dat dit in de kelder kan, wat de heer Tolsma de vraag ontlokt of er dan later weer een kelder bij ge- maakt moet worden. De Voorzitter ontkent dit want wat nu kolenbergplaats is, zal worden ingericht als opslagruimte De heer Tolsma wil nog gaarne weten hoe of deze uitgaaf gefi- nancierd zal worden. De Voorzitter zegt, dat voor het doen van deze uitgaaf een post op de kapitaaldienst van de gemeentebegroting, dienst 1961, zal worden aangebracht. Er is voor rente en afschrijving nog wel een bedrag te vinden. Wethouder Di.ikstra vindt, dat de Burgemeester zelf al teveel ellende bij de verwarming van zijn woning heeft ondervonden. Er is nu van zeer deskundige zijde advies ingewonnen en wij mogen aannemen, dat hiermede de verwarming goed in orde kan komen. De wethouders kunnen dan ook niet anders doen dan de Raad adviseren het voorstel aan te nemen. De heer Tolsma merkt op, dat de man die destijds geadviseerd heeft ook voor een deskundige doorging en wat heeft men niet een narigheid ondervonden. De Voorzitter verklaart in op oliestook. t geheel niet zo gebrand te zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 5