- 9 - De Voorzitter merkt op, dat Burgemeester en Wethouders het plan enkele dagen geleden van de directeur van gemeentewerken hebben ontvangen, zodat het de Raad niet eerder heeft kunnen bereiken. De onderhandelingen met de genie zijn op niets uitgelopen. Als daar een brug gelegd moet worden door Defensie, dan moet dat op dezelfde plaats, waar de nieuwe brug komt. Bij het bouwen van de nieuwe brug, moet de bailybrug er weer weg. Een noodbrug achten Burgemeester en Wethouders niet verantwoora. Deze zal alléén voor wagens berijdbaar zijn en dan gaan er toch auto's over en kunnen er ongelukken gebeuren. Met 2 maanden kan de aanbesteding van de nieuwe brug plaats- vinden, terwijl in Februari, Maart met het werk kan worden aange- vangen. Volgens de provinciale waterstaat moet de bccht in het vaar- water er uit. De aanleg van de brug staat daar echter buiten en kan evengoed doorgaan. Wethouder Di.jkstra merkt ten aanzien van de bochtafsnijding op, dat het verleggen van de vaart geschiedt voor rekening van de provinciale waterstaat. Mevr. Bi.jlsma is verheugd, dat de nieuwe brug er komt, doch zij vindt het jammerdat de gemeente geen hulpbrug aanlegt, zodat de mensen met wagens aan de andere kant kunnen komen. Zij is véor een hulpbrug, omdat het anders te lang duurt, voordat de belang- hebbenden weer een vaste verbinding met de overkant krijgen. De betrokkenen moeten dan lange tijd een omweg maken. De Voorzitter geeft dit toe, maar is tegenstander van een nood brug, want dan gaan er ock auto's over en dat is niet verantwoord. Mevr. Bi.jlsma wil dan een wieldruk bepalen en alléén wagens over de brug laten gaan. De Voorzitter meent, dat het een kwestie is van een paar maan den, hij vindt het ook een minder prettige zaak. Spreker is er echter van overtùigd, dat er ook auto1s over de hulpbrug zullen gaan en die zakken er door. Daarom is hij tegen een noodoplossing. Mevr. Bi.jlsma is het daarmede niet eens. De heer B.R. Dijkstra gelooft, dat de mensen in Finkum blij zijn als een en ander vlug verzorgd wordt. Wethouder Dijkstra acht een noodbrug onverantwoord. De heer B.R. Dijkstra wijst er dan nog op, dat er geen plaats is voor een noodbrug, deze moet er weg, als met de bouw van de nieuwe brug wordt aangevangen. De heer Soeoboer was twee vergaderingen geleden wel voor een noodbrug te vinden, nu ziet hij er niet zo veel heil meer in. Twee vergaderingen geleden werd deze begrotingspost geschrapt om de begroting sluitend te krijgen. Nu komt de post weer op de be- groting. Kan rente en afschrijving er nu wel uit? Dit is spreker niet recht duidelijk, dan had de post enkele maanden geleden ook wel kunnen blijven bestaan. De Voorzitter is van oordeel, dat deze post onlangs terecht is geschrapt, evenals die voor de kleedgelegenheid, om de begro ting sluitend te maken. Daardoor kan de begroting worden goedge- keurd en kan verder ailes wat daarop is blijven staan, uitgevoerd worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 17