7. Voorstel van Burgemeester en Vethouders om te verklaren, dat de instandhouding van de openbare lagere school te Hijum wordt gev»rderd. Dit voorstel luidt aldus (bijlage 8). Het wordt zonder discussie aangenomen, waarna het besluit wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 9. 8. Verzoek van het bestuur der Chr. Nationale school te Britsum om een bijdrage uit de gemeentekas voor het geven van vakonder wi j s in de nuttige handwerken. Burgemeester en Wethouders zenden de Raad dit verzoek met navolgende prae-advies. (bijlage 10). De heer Soepboer moet erkennen, dat het schrijven van Burge meester en Wethouders hem wel duidelijk is. Ook is het wetsar- tikel, dat de materie van het vakonderwijs regelt, wel duide lijk. Daar kan spreker niets op tegen hebben. Als de openbare school te Stiens in het geheel geen vakonderwijzeres voor hand werken in dienst had kon het bestuur van de christelijke school te Britsum vergoed krijgen wat het redelijkerwijs aan haar hand- werkonderwijzeres betaalde. Nu ligt het inderdaad even anders maar nu lijkt het zo vreemd, dat tengevolge van de zeer bijzon- dere omstandigheid, dat aan die school niet een vrouwelijke leerkracht voor de laagste klassen is te krijgen, de gemeente niet één uur extra mag vergoeden. Dat komt spreker heel vreemd voor en hij kan zich bijzonder slecht met deze wettelijke rege- ling verenigen. Als dit aan de openbare scholen te Hijum of Britsum zou gebeuren, werd de aan te stellen vakonderwijzeres wèl uit de gemeentekas betaald. Nu dit overmacht is voor de chr. school te Britsum, mag geen betaling plaats hebben. Spre ker stelt vast, dat het afwijzend standpunt niet te wijten is aan het inzicht van Burgemeester en Wethouders. Spreker zou als anti-revolutionair een voorstel willen doen en als hij dan langs wegen van legaliteit een uitspraak van de Raad vraagt en deze zou het verzoek toestaan, wat gebeurt er dan? De Voorzitter antwoordt, dat - als de Raad een besluit zou nemen, in strijd met de Eager Onderwijswethij verplicht is dit binnen 24 uur bij de Kroon ter vernietiging voor te dragen, want het is hier niet een kwestie van verschil in wetsinterpre- tatie, maar het doelbewust nemen van een besluit in strijd met de wet. De heer B.R. Di.jkstra vindt, dat een protest van de Raad wel niet veel zal helpen nu ailes wettelijk zo vast ligt. Er staat al duidelijk in het voorstel waarom dit verzoek niet toegestaan kan worden. Spreker vraagt daarom: wat bereiken wij met hetgeen de heer Soepboer voor staat. Maar waarom is in een overeenkom stig geval het machtsmiddel van de vernietiging door de Kroon niet gehanteerd, vraagt spreker. De Voorzitter: "nodig is dat er een wettelijke regeling wordt geschonden" Wethouder Zondervan brengt de Voorzitter onder het oog, dat de heer Dijkstra bedoelt, dat in vorige gevallen een raadsbe- sluit, dat misschien onwettig was, niet ter vernietiging werd voorgedragen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 13