- 9 -
9. Voorstel vun Burgemeester en V/ethouders tôt verdeling van
het op de begroting voor 1961 uitgetrokken bedrag wegens sub-
sidie aan culturele verenigingen.
Dit voorstel is van de volgende inhoud: (zie bijlage 11).
De heer de Swart vindt deze subsidies aan de lage kant.
De Voorzitter merkt op, dat de begrotingspost door de Raad
is vastgesteld. De verdeling ervan vindt plaats op grond van
een langzamerhand vrij ingewikkeld geworden verdelingsschema.
Mevrouw Stolte vraagt of op de post subsidie aan het Prysk
Orkest niet bezuinigd is.
De Voorzitter bevestigt zulks. Aanvankelijk is het oude be
drag opgevoerd, want bij de behandeling van de begroting was
nog niet bekend of aile gemeenten met de voorgestelde wijziging
van de subsidiebedragen accoord zouden gaan.
De heer B.R. Di.jkstra mist op het verdelingsschema de zang-
vereniging Hijum, waarvan spreker lid is.
De Voorzitter zegt, dat deze vereniging volgens ons ten
dienste staande gegevens opgeheven is.
De heer B.R. Di.jkstra beweert, dat zulks niet het geval is;
althans de vereniging is her-opgericht
De Voorzitter geeft het bestuur dan in overweging opnieuw
een verzoek tôt het gemeentebestuur te richten om voor subsidie
in aanmerking te komen.
De heer Tolsma herinnert aan het vroeger ingenomen standpunt:
dat wat het Prysk Orkest krijgt, komt ook toe aan de culturele
verenigingen en de plaatselijke muziekcorpsen.
Door wijziging van het subsidie aan het Prysk Orkest zou er
reden kunnen zijn dit standpunt te herzien. Spreker zou voor
1961 het echter zo willen laten.
De heer van der Ploeg wijst er op, dat de zangvereniging te
Jelsum niet meer bestaat, doch de toneelvereniging wèl.
De Voorzitter deelt mede, dat aan "Vriendenkring" ter gele-
genheid van het 100-jarig bestaan voor dit jaar een subsidie is
toegezegd van f 100.-, wat in het onderhavige voorstel is opge-
nomen.
Zoijder stemming wordt het voorstel ongewijzigd aangenomen.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
het presentiegeld voor leden van gemeentelijke commissies.
Dit voorstel is van de volgende strekking (zie bijlage 12).
De heer de Swart heeft zich gestoten aan de laatste zin van
het voorstel. Het lijkt er nu op alsof men mensen uit de com-
missie wil weren.
Wethouder Di.jkstra merkt op, dat er commissies zijn, waarin
leden van organisaties zitten, omdat zij daarin behoren wegens
het bijzondere karakter van de commissie of naar de aard van de
groep, die zij vertegenwoordigen. Zulken moet het magelijk ge-
maakt worden lid te kunnen zijn van gemeentelijke c»mmissies,
zonder dat zij loon moeten derven.