- 13 - De architect is er van uitgegaan, dat het onderhoud van de plantsoenen oorspronkelijk met f 4000.- zou worden overschreden^ achteraf zal het 1200.- meer vergen. Het onderhoud van brug- gen wordt zoveel hoger, omdat het opruimen van de ingestcrte brug onder l'inkum en het maken van een hulpbrug daar ter plaatse uit deze post betaald zijn. De heer Soepboer is blijdat dit nu op tafel gekomen is. Hij wil de zaak niet cpblazen; ook wil hij een scheiding maken tus- sen zaken en personen. De kwestie is dat er fouten gemaakt zijn en deze zijn erkend. Maar men krijgt wel eens de indruk, dat niet de Raad de werkgever is, doch de betrokken ambtenaar. Dat komt, vreest spreker, dat men niet genoeg op de hoogte is. Van- daar zijn voorstel bij de behandeling van deze begroting om een raadscommissie voor openbare werken in te stellen. De meerder- heid van de Raad stond toen niet achter spreker. Daarvoor is in de plaats gekomen de rondgang door de gemeente. Tôt welke con- clusies dit geleid heeft, is niet bekend gemaakt. De Voorzitterdat krijgt U nu in de begroting voor 1962. De heer Soepboer is van mening, dat dit wel eerder had ge- kund, Spreker erkent, dat hij als raadslid in gebreke is geble- ven. Maar Burgemeester en Wethouders zijn ook in gebreke door de directeur van gemeentewerken wat te veel vrij mandaat te ge- ven. Vil men zulke dingen, als thans gebeurd zijn, voorkomen dan behoort men als raadslid beter georienteerd te zijn. Dit was mogelijk geweest door het instellen van een commissie van bijstand voor de dienst van gemeentewerken. Zo'n commissie zou heus niet op de stoel van Burgemeester en Wethouders zijn gaan zitten. De leden van de Raad zouden daardoor besluitvaardiger geweest zijn. Als het hoofd van gemeentewerken durft zeggen: de Raad moet wel besluiten, maar ik maak het tenslctte uit, dan is dat een slag in het gezicht van de raadsleden. Dit is historisch! Spreker is niet van plan zich als raadslid door een ambtenaar de wet te laten stellen. De Voorzitter verwerpt fel deze aanklacht tegen de Raad en Burgemeester en Wethouders en ook het verwijt aan het adres van de directeur van gemeentewerken. Het is zeer beslist niet waar, dat deze uitmaakt wat er zal gebeuren. Als er eens iets gebeurd is, waar de Raad niet van te voren in gekend is, dan dragen Bur gemeester en Wethouders daarvoor de verantwoordelijkheid. Er is één hoofd van de gemeente n.l. de Raad. Als er iets is, wat niet in de haak lijkt, dan kunnen de raadsleden het collège van Bur gemeester en Wethouders ter verantwoording roepen. T'en aanzien van de werkwijze van de dienst van gemeentewerken is spreker het pertinent met de heer Soepboer oneens. De heer Soepboer handhaaft zijn mening. Als zo'n persoon op een gegeven ogenblik zegt: ik maak de dienst uit, zou hij onmid- dellijk daarvoor op zijn nummer moeten worden gezet. De heer B.R. Dijkstra wil hierover ook wel iets zeggen. Spre ker gelooft, dat de leden van de Raad zo langzamerhand wel tôt de conclusie zijn gekomen, dat er verschillende zaken zijn, die zij eigenlijk beter hadden moeten kunnen beoordelen. Bij de ko- mende begroting krijgen zij dingen onder ogen, die zij moeten beoordelen in het licht van wat zij hebben gezien bij de rond- gang door de gemeente. Spreker vindt dit al een stap in de goede richting.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 25