- 2 - 9e. de eigenaar verbeurt voor iedere maand vertraging een boete van 5 i° van de koopsom; de gemeente blijft in dat geval bevoegd ontbinding van de koopovereenkomst te vorderen, overeenkomstig de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek, met vergoeding van schade kosten en interessen, onverminderd de bevoegdheid na- leving van de gestelde voorwaarden te vorderen met de haar ten dienste staande middelen; 10e. de eigenaar zal in gebreke zijn door het enkel verloop van de bepaalde termijn, zonder dat een gerechtelijke ingebrekestelling zal behoeven te geschieden; de be- lopen boeten zullen dadelijk bij overtreding invorder- baar zijn ten behoeve van de gemeente; 11e. het bepaalde onder 9e wordt niet toegepast indien de bouw niet tôt stand is gekomen tengevolge van het niet tijdig kunnen beschikken over bouwmaterialendan wel enige andere vorm van overmacht, een en ander uitslui- tend ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders; 12e. in dit laatste geval kan de térmijn, bedoeld sub 8 met een jaar worden verlengd. Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn open- bare vergadering van Voorzitter Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 41