-2.07.515
Onderwerp:
Presentiegeld
commissies.
u
i z u m, 30 October 1961
Bij Uw besluit van 30 Juni 1954 werd een presen
tiegeld ingesteld voor het bijwonen van vergaderingen van
allerlei commissies, zoals de woonruimte-adviescommissie
de woonruimte-vorderingscommissiede commissie ter beoor-
deling van de aanvragen om toepassing van de noodwet ou-
derdomsvoorziening (sedert 1 Januari 1957 opgeheven)de
commissies voor beoordeling van aanvragen om crediet bij
de Stichting Volkscrediet
Deze vergoeding bedraagt 1,50 per vol uur met een
minimum van f 3.- en een maximum van 10,50 per dag, een
gedeelte van een uur meer dan een half uur voor een vol
uur te rekenen en minder dan een half uur te verwaarlozen.
Bovenstaanùe bedragen stemden destijds overeen met het
presentiegeld, dat de raadsleden genoten voor het bijwonen
van raads- en commissievergaderingen.
Nu bij besluit van de Gedeputeerde Staten van 13 Maart
j.l., 2e afd., no. 99, het presentiegeld voor raadsverga-
deringen enz. herzien is en zowel de minima als de maxima
een verhoging hebben ondergaan, lijkt het ons alleszins
billijk, dat voor het bijwonen van vergaderingen van bo-
venvermelde gemeentelijke commissies éénzelfde vergoedings-
regeling zal gelden en wel 2.- per uur met een minimum
van f 4.- en een maximum van 15.- per dag (een gedeelte
van een uur, méér dan een half uur, voor een vol uur te
rekenen en daar beneden te verwaarlozen)
De motivering, die ons tôt het doen van dit voorstel
geleid heeft, is, dat iemand die zich geroepen voelt zijn
tijd voor de publieke zaak op te offeren, daarvan finan-
cieel geen schade mag ondervinden. De veiligstelling
hiervan zal ons, naar wij verwachten, een ruimere moge-
lijkheid bieden in de diverse commissies geschikte perso-
nen benoemd te krijgen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel,
De Secretaris,
Bijlage nr. 12
notulen Raad: 8Dec 6^[