- 4 - De heer B.R. Di.jkstra is het eens met de heer Tolsma. Als wij deze richtlijnen aannemen zal er voor 1963 en volgende jaren ook wel geen uitzicht zijn. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders zullen trachten de regeling de nek om te draaien. Het bevolkingscijfer gaat achteruit - tôt nu toe al een 70 - misschien dit jaar nog meer De heer Tolsma wil het voor komen, dat dit systematisch in de hand wordt gewerkt. In de industrie-gemeenten wordt men gelokt met de toevoeging: woning binnenk«rt beschikbaar. Zij, die daarop ingaan, zijn dan meestal eerst wel content met een slechtere woning. De heer Poep.ies heeft aan de gemaakte opmerkingen niets meer toe te voegen. Hij is blij, dat Burgemeester en Wethouders al iets gedaan hebben. Verder deelt de Voorzitter mede, dat hij nu wil trachten antwoord te geven op een vraag, die een paar vergaderingen ge- leden hier gesteld is n.l. wat gebeurt er met het Gemeentehuis Daarbij kwamen twee belangrijke kernvragen uit voort n.l. een kelder voor de bescherming bevolking en de plaats van het ar- chief. Moest dit laatste onder- of bovengronds? Burgemeester en Wethouders zijn hier nog niet uit. De ligging van het gemeente huis is ongunstig ten opzichte van het hoogste te verwachten vloed-peil, doch eveneens ongunstig ten opzichte van het vlieg- veld, waarvoor het risico bestaat van een aanval met atomische wapenen. Wat moeten wij doen? Het is wel mogelijk enige maatre- gelen te treffen. Spreker heeft de zaak voorgelegd aan het Mi- nisterie van Binnenlandse Zaken waaronder de bescherming bevol king ressorteert. Daarvan is een antwoord ontvangen, dat hierop neerkomt: Doe zo weinig mogelijk, maar als er een raadhuis ge- bouwd wordt, doe dan wàt, zodat de kelder gebruikt kan worden. Het is zeer de vraag of volledige beveiliging mogelijk is. De zaak is van belang, want er zullen met een goed ingerichte kel der grote bedragen gemoeid zijn. De andere vraag betreft het archief. Daarover is met meerdere instanties gepraat o.a. met de Rijks-archivaristevens provinciaal archief-inspecteurde heer Van Buytenen. Deze heeft zich bovendien nog met Den Haag verstaan. De algemene zienswijze in de laatste tijd is dat men de archieven ondergronds opbergt. ^en derde punt, aldus de Voorzitter. is de kluis. De inzichten hieromtrent zijn de laatste jaren veranderd. In vele gemeentehuizen, die de laatste tijd gebouwd zijn, treft men geen kluis meer aan. Daar worden dan andere voorzieningen getroffen, zoals brandvrijje kasten, het wegwerken van bevolkingsregisters in muurnissen, die afge- sloten kunnen worden met stalen rolluiken enz. Ook op dit punt staan de meningen echter diametraal tegenover elkaar. In het door de architecten Nieman en Steneker ontworpen plan is de kluis, naar de inzichten van anderen te groot gepland en daar- door nodeloos duur. De vraag is: Wat moet er perse in. Deze vraag is aan de Secretaris ter beantwoording voorgelegd. De heer Poen.ies vraagt "Wat zeggen andere deskundigen?" De Voorzitter noemt in dit verband de mening van de Directeur van het Registratuur Bureau der Vereniging van Nederlandse Ge- meenten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 7