- 5 - De Voorzitter vraagt vervolgens of de Raad zich ermede kan verenigen, dat overleg wordt gepleegd met het architecten- bureau Nieman en Steneker voor het aanbrengen van de nodige wijzigingen in het oorspronkelijke plan. De heer Kalma meent, dat de leden van de Raad moeilijk kun- nen beoordelen wat het beste is als de deskundigen het over de kern-punten niet eens zijn. De heer Soepboer vindt, dat het net weer t zelfde is als destijds, toen de Raad de beslissing moest nemen welke van de twee plannen hij moest kiezen. De Voorzitter gaat ermede accoord, dat de Raad niet nù een beslissing neemt. De heer Poeni es is van oordeel, dat de Raad wel zoveel ver- trouwen in het collège van Burgemeester en Vethouders kan heb- ben, dat zij een weloverwogen definitief plan op tafel kan leg gen. Anders zouden de raadsleden weer dat paadje langs moeten, dat Burgemeester en Wethouders ook al enige malen gegaan zijn. De heer Tolsma is het eens met de heren kalma en Soepboer; wij kunnen niet een oordeel uitspreken, daarvoor zijn wij niet deskundig genoeg. Maar nu gaat het, in tegenstelling tôt vroe- ger, om zuiver technische aangelegenheden. De Voorzitter zegt, dat hij het zich wel bewust is, dat hij met het doen van deze mededeling en het daarop gevolgde débat de raadsleden in moeilijkheden gebracht heeft en het was mis- schien eleganter geweest dat deze aangelegenheid als agenda- punt op de raadsbrief was aangebracht. 3. Verzoek van de Woningstichting Leeuwarden-Leeuwarderadeel om aan haar in eigendom over te dragen een bouwterrein te Stiens voor de bouw van 2 woningen. Dit voorstel is van de volgende inhoud (zie bijlage 1). De heer Soepboer heeft geen gelegenheid gehad de stukken in te zien en stelt daarom de vraag hoe breed wordt de strook tus sen de weg en de huizen. Bij de reis door de gemeente heeft spreker gezien, dat hier en daar nogal veel groen ontstaan is met beplanting van verschillende aard. Is het nu de bedoeling, vraagt spreker, dat overal een groenstrook tussen het trottoir en de weg komt? ùo ja, dan vindt spreker dat wel bedenkelijk wat de onderhoudskosten betreft. De Voorzitter en Wethouder Di.ikstra bevestigen, dat bij het onderhavige perceel geen sprake is van een wijze van straataan leg als de heer Soepboer bedoelt. De heer Kalma vraagt of de prijs van dit bouwterrein 9.- per m^ moet worden. De Voorzitter doet mededeling van de door de gemeentearchi- tect opgezette rentabiliteitsberekening van het kortgeleden aangekochte bouwterrein en wat daaraan nog moet worden toege- voegd. Mevrouw Bi1lsma heeft in het overzicht, dat haar verstrekt is naar aanleiding van haar vraag over de uitbreiding van de straatverlichtinggeconstateerd, dat heel veel van die nieuwe lampen in het nieuwe stratenplan zijn aangebracht. Kunnen de kosten daarvan bestreden worden uit de opbrengst van de grond, vraagt spreekster.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1961 | | pagina 9