- 6 - 6. Yoorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van artikel 53 van het Algemeen Ambtenarenreglement Dit voorstel luidt aldus (bijlage 6). Het wordt zonder bespreking aangenomen, waarna, zonder hoofdelijke stemming het besluit wordt vastgesteld volgens bijlage 7. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt aanvulling van het raadsbesluit van 15 December 1953, waarbij de dagen van de Stienser kermis werden vastgesteld. Dit voorstel is van de volgende inhoud; (bijlage 8). De Voorzitter deelt mede, dat in het verleden ook eens Kermis geTïouden is op Pinkstermaandag wat toen een slecht resultaat heeft opgeleverd. Bovendien wil de plaatselijke Kaatsvereniging gaarne de traditionele Kaatswedstrijd houden op de Zondag tussen de beide Kermisdagen. Met Pinksteren is dat uitgesloten. Er zal zoveel mogelijk rekening moeten worden gehouden met eventuele Kermissen in omliggende dorpen. De heer Poepjes wijst er op, dat in hun voorstelBurge meester en Wethouders de bevoegdheid vragen de Kermis op andere dagen vast te stellen dan in de bestaande verordening daarvoor zijn aangeduid. In het ontwerp-besluit echter wordt gewaagd van een week vroeger of een week laterDit komt spreker te beperkt voor en hij stelt daarom voor de woorden "een week" te schrappen. Namens Burgemeester en Wethouders verklaart de Voorzitter, dat tegen een dergelijke wijziging geen bezwaar bestaat. De heer de Swart vraagt of de Kermis niet gehouden kan worden op het open terrein waar straks het gemeentehuis zal komen. De Voorzitter zou dit ernstig moeten ontraden, want dan wordt het een modderboel. De verkeersmoeilijkheden zullen het volgend jaar belangrijk beter worden als de rondweg om Stiens in gebruik is. Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen en vastgesteld wordt het door de heer Poepjes geamendeerde besluit volgens bijlage 9. 8. Verzoek van de G-edeputeerde Staten om 's Raads oordeel te vernemen over de huidige jaarwedden van de Wethouders Burgemeester en Wethouders zenden de Raad dit verzoek toe met het volgende schrijven (zie bijlage 10). De heer Soepboer zou willen voorstellen in plaats van de laatste zin de "bepaling op te nemen, dat de wedden met nog 10 12$ moeten worden verhoogd. De Voorzitter meent te weten, dat het vorigadvies ook ongeveer zo geluid heeft. Toch is de definitieve regeling daar belangrijk bovenuit gegaan. Spreker voorziet dat met het advies van de Raad uiteindelijk weinig rekening zal worden gehouden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 11