- 13 - De heer B.R.^ JDijkstra verklaart er prijs op te stellen thans al wat van ïïe ""ui'tïïreiding van de dorpen te zeggen en dan heeft hLj speciaal het oog op Oude Leije, Misschien dat voorlopig te Oude Leije geen woningen meer gebouwd zullen worden, maar als dat wel mogelijk zou worden, moet men zor- gen, dat er bouwterrein isBovendien wil spreker dan ook rekening houden met een sportterrein. Maar op een of ander moment kan men er voor komen te staan, dat tôt uitbreiding overgegaan moet worden en dan verliest men nogal wat tijd als daarna nog tôt aankoop van grond moet worden overgegaan. Of men komt op plaatsen te zitten waar het minder gewenst is. De Voorzitter gelooft, dat het aan de planologen overge- laten~~moet worden om te bepalen hoe een dorp zich zal ont- wikkelen. Wethouder Dijkstra vreest, dat men nu over dingen zal gaan praten, die misschien toch niet aan de orde komen en wat voor zin heeft het nu al beslag op grond te leggen als straks uit het ontwerp-uitbreidingsplan heel wat anders blijkt. De heer B.R. Di.ikstra meent, dat er veel te veel dingen bij betrokken" zijn en het kan inderdaad wel wezen, dat er weinig mogelijkheden zijn, maar spreker dringt er nogmaals op aan paraat te zijn en te zorgen, dat als er te Oude leije gebouwd mag worden, daartoe ook de mogelijkheid bestaan moet. Daarbij ware vooral ook aan de riolering aandacht te besteden. De Voorzitter is het met deze beschouwingen wel eens en kan er derEalve ook volkomen mee instemmen, dat de planologen de kaarten op tafel moeten leggen. Daarover kan de Raad zich dan uitspreken en de nodige maatregelen hemen om de uit- voering van de uitbreidingsplannen mogelijk te maken. Volgno. 130. Kosten bescherming bevolking. De heer Tolsma vraagt of de Raad nog wel iets te zeggen heeft over ïïïï~B"êscherming Bevolking. Het komt hem voor, dat over de organisatie/vorm enz. de raden niets maar dan ook niets meer hebben in te brengen. Er zijn allerlei staffunctio- narissen benoemd zonder dat er ook maar één woord over ge- vallen is. De Voorzitter bevestigt, dat de uitgaven voor de B.B. een z.g'.n. verplichte post uitmaken. Spreker geeft toe, dat het een heel bedrag is dat van de gemeente gevraagd wordt. Dit jaar krijgen wij wat terug van het saldo van de Knng Eraneker, wat de uitgaafpost iets compenseert. De heer Tolsma heeft er ernstig bezwaar tegen dat wij er niets meer over te zeggen hebben. De Voorzitter kan er alleen maar van zeggen, dat het ver- ve1endiniTtgaven zijn; doch dat is nu éénmaal zo! Er komt een provinciale commandopostDeze kost tonnen en tonnen en daar is verder weinig van te zeggen. Laten wij hopen, dat deze nooit in werkelijkheid dienst behoeft te doen. Volgno. 136. Subsidie aan Reclas&eringeverenigingen. De heer Poepnes verklaart, dat hij de minderheid uit- maakte van d<rf£~SectieHij is het niet eens met de com- missie van Rapporteurs en het antwoord van Burgemeester en Wethouders en doet daarom bij deze het voorstel f dt>, per geval te geven aan ae instelling, die een ondertoezioht gestelde delinquent krijgt toegewezen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 25