- 18 -
De heer B.R_. Di.jkstra vraagt wat het dorp Stiens zelf
doet ten beïïoeve'van het sportveld.
De Voorzitter geeft toe dat de kosten, die de gemeente
maakt ten behoeve van het gemeentelijke sportterrein te
Stiens wel groot zijn, maar dat het moeilijk is verhoudings-
cijfers te vinden ten opzichte van de andere sportvelden.
Mevrouw Stolte brengt verder het verlangert naar een
sportterrein te Pinkum in herinnering. Hoe ver staat het
daarmee? vraagt zij.
De heer van der Ploeg wijst op de moeilijke situatie te
Jelsum-Cornjum. Dit sportterrein wordt voor tweeërlei doel-
einden gebruikt n.l. als voetbalveld en als sportterrein.
De vereniging zit met een schuld vanjf2000,Waar het hier
twee organisaties aangaat, ligt het wel wat moeilijker.
Niettegenstaande het feit, dat de gebruiker er zich geheel
voor opoffert, komt men toch niet uit de financiële zorgen.
Voorzitter wil het probleem nog wel eens nader bezien.
De heer Soepboer is van oordeel, dat er voor de sport-
verenigingen"," die" zelf een terrein in exploitatie hebben,
wel wat gedaan moet worden.
Het zou b.v. afgemeten kunnen worden naar bepaalde aange-
brachte verbeteringen. Dat zou dan geen 100$ behoeven te
zijn,want spreker is er voor, dat de dorpsgemeenschap ook
het nodige doet,
YYethouder Dijkstra noemt 4 gevallen waarin de gemeente
terzake verbeteringen van sportvelden bijgesprongen is.
Voor spreker is het de vraag of een subsidie anno 1946 nog
wel op dit peil gehandhaafd mag blijven.
De heer Poepjes waarschuwt er voor onderscheid te maken.
In Stiens ligt "een eigen sportveld, maar een gehuurd voet
balveld wat men aan dit laatste doet, doet men aan eens
anders goed. Maar wel wil spreker wijzen op de mogelijkheid
dat in de toekomst een meer intensief gebruik van de sport
velden verwacht kan worden uit een oogpunt van vrije tijds-
besteding nu de 5-daagse werkweek algemeen ingevoerd wordt.
De Yoorzitter deelt nog mede, dat het speelterrein onder
Pinkum moëilijk "zal zijn te realiseren wegens de ligging
zo dicht bij de grote weg. Voor een sportterrein zal men aan-
gewezen zijn op grond, die zieh in/particuliere handen be-
vindt
MevrStolte geeft uiting aan haar gevoel van vrees, dat
het wel"weer lang zal moeten duren. Het moet niet verjaren!
De heer B.R. Pijkstra bepleit het in orde maken van de
sportterreineiiy voor" zover, daar wat aan gedaan moet worden
door de dorpsgemeenschap zelf bij wijze van vrije tijdsbe-
steding
Het zou mooi zijn, dat zulks overal kon onder leiding van
de dienst van gemeentewerken, die aan/gaf wat er in bepaalde
gevallen aan gebeuren moest. Deze vorm van samenspelen tus-
sen gemeente en burgerij zou, volgens spreker, warm aan te
bevelen zijn.