-23 - De Voorzitter zegt, dat het voor Burgemeester en Wethou ders niet zo'n groot probleem is geweest. Zij zijn éénstem- mig in hun mening, dat het motorrijden in de winter zeer na- delige gevolgen kan hehben. Vandaar dat zij voor de winter- maanden wilden toestaan van een auto gebruik te maken. Om- dat dit in uitzonderingsgevallen zou gebeuren hebben zij daaraan een bepaald limiet willen verbinden. De heer B.R. Di.jkstra wil er niet al te veel bezwaar tegen maken; hij vertrouwt er op, dat Burgemeester en Wethouders het voorstel wel goed overdacht zullen hebben. De Voorzitter merkt nog op, dat de aard van de functie mee brengt, dat de man zich vlug moet kunnen verplaatsen, Binnen de grenzen van het toegestane crediet kan hij daartoe gebruik maken van een eigen vervoermiddel of een gehuurd. De heer Tolsma? "maar dan niet van huis naar kantoor v.v." De heer B.R. Di.jkstra wil het aan de verantwoordelijkheid van de man zelf overlaten. De heer Zondervan zegt, dat wij het er wel met elkaar^over eens zijn, dat een scooter in de practijk 's winters moei- liik te gebruiken is. Wij moeten het dan aan de ambtenaar zelf overlaten wat hij wil doen. Spreker heeft er geen be zwaar tegen, dat wij het maximum laten vervallen. De Voorzitter constateert, dat er nu twee standpunten tegenover elkaar staan. Omdat het voorstel Poepjes c.s. van verdere strekking is dan dat van Burgemeester en Wethouders brengt hij 1 het eerst in stemming. Het wordt aangenomen met 8 tegen 3 stemmen. V(5or stemden Mevrouw Bijlsma en Mevrouw Stolte en de heren Kalma, Zondervan, B.R. Dijkstra, Poepjes, Soepboer en van der Ploeg. Tegen verklaarden zich de heren de Swart, Tolsma en P.Th. Dijkstra. R o n _d_ y r a a g De heer B.R. Dijkstra vraagt of de bouwverordening ook gehandhaafd wôrdt ten aanzien van een eigenaar tevens be- woner van een woning. Spreker weet een geval waarin nodig een voorziening moet worden getroffen. De Voorzitter zegt niet te weten waarom in zo'n geval met de verordeiîïng de hand gelicht moet worden. Als men er- gelijke gevallen weet kunnen deze gerust aan Bouw- en Woningtoezicht worden doorgegeven. Wethouder Di.jkstra weet wel dat er in dergelijke geval- len minder gauw kTa"cTîten bij het gemeentebestuur binnen komen. De heer B.R. Dijkstra wijst voorts nog op een meerof_ minder gevaâflTjke pïa"STs in Oude leije, waar het trottoir ophoudt. De Voorzitter zegt deze klacht door te geven aan de Dienst-van Gemeen.tewerken. Mevrouw Bijlsma vraagt of er niet een aantal klachten van "PlaatselijlT BëTâng" Jelsum-Cornjum is ingekomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 45