De volgende vraag is dan: Hoe komen wij aan grondMaar als er een post op de "begroting komt, kan men te gelegener tij iets doen. Spreker wil daarmede de stichting niet geheel los laten maar aansturen op directe ontwikkeling in eigen gemeente. De Voorzitter zegt, dat het primair zo gesteld is:^wij doen dit als" Kleibouwstreek. Spreker haalt hiervoor als voor- beeld aan de Ontwatering in één van de westelijke gemeenten van de Kleibouwstreek. Toen is ook gezegd: Wij doen dat als taak van het Ontwikkelingsschap. Zo ook in dit geval. Het stuur van het schap heeft gezegdOnafhankelijk van de be- langen, die de eigen gemeenten in meerdere of mindere mate bij het Ontwikkelingsfonds zullen hebben, behoort de Klei bouwstreek de garantie te geven. Maar men wasvan oordeel, dat het nodig zou zijn de Raden van de verschillende gemeen ten daarin te kennen. Of het nu zo zal worden, dat er voor deze gemeente een direct voordeel in zit, is zo niet te zeS~ gen, meent spreker. Het is evenwel niet zo, dat ons dit gel behoeft te kosten. Volgens het gegeven voorbeeld zou dat hoogstens f 9000,— kunnen worden, maar omdat ons mwonertai lager is dan in het voorbeeld is gesteld, zou dat verlies voor ons in de practijk veel minder worden. Spreker acht het goeddat er een eenheid isHier speelt het op het gebied van de tuinbouw, waar Leeuwarderadeel geen allereerst belang bij heeft, want de streek om Berlikum is daarvoor als ont- wikkelingsygebied aangewezen. De Kleibouwstreek is een samen- stelling van gemeenten, die qua samenstelling en structuur verschillen vertonen. Het kan dus ook zijn, dat wij op een ander terrein weer bevoordeeld zijn boven anderen. Spreker meent dat wij hier achter moeten staan. Wat het 2e punt in het betoog van de heer Tolsma betreft daarover was reeds m een van ie vergaderingen van Burgemeester en Wethouders ge- sproken. Do grote moeilijkheid is om grond m handen te knjgon, die voor tuinbouwbedrijven geschikt is De heer B.R. Pijkstra informeert of ook aandacht besteed wordt aan het prcfbleem van de ontzilting. De Voorzitter geeft in overweging het rapport van de Provinciale Tuinbouwcommissiedat bij de leden zal circu- leren, goed te lezen. De heer B.R, Dijkstra vraagt verder of er aan gedacht is ook de afzetmôgelijkheden te onderzoeken. Of is het streven enkel maar gericht op de bevordering van de tuinbouw, vraagt spreker De Voorzitter antwoordt, dat beide aspecten, zowel de pro- ductie™âTs"de distributie, in beschouwing zijn genomen. De heer Tolsma is bang, dat wij als antwoord zullen krij- gen "het is een zaak van de Kleibouwstreek" maar spreker weetdat er onder de gardeniers en kleine grondgebruikers naar uitgezien wordt en daarom is deze zaak van veel belang voor de eigen gemeente. Hij vindt het belangrijk, dat er actie voor wordt gevoerd. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen en vastgesteld wordt het besluit volgens bijlage 5.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 9