- 5 -
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stel-
len ten aanzien van de ligging, aard en afmetingen van de sub
1 bedoelde bebouwing.
Artikel 10.
Grond bestemd voor boerderijerf
Op grond bestemd voor boerderijerf mogen bestaande woningen
en bedrijfsgebouwen worden uitgebreid of vernieuwd binnen de
op de kaart aangegeven streep-kruislijn.
Artikel 11.
Grond bestemd voor industrie.
1. Op gronden bestemd voor industrie mogen uitsluitend worden op-
gericht fabrieken of bedri jfsgebouwen, geheel ingericht voor
de industrie, nijverheid of handel.
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te ver-
lenen van het bepaalde sub 1voor een bi j bedoelde inrichting
behorende woning, mits aannemelijk wordt gemaalct dat de woning
voor het bedrijf onmisbaar is.
3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stel-
len ten aanzien van de ligging, aard en afmetingen en de be-
scherming tegen eventueel door de inrichting te veroorzaken
hinder, schade of gevaar van de sub 1 en 2 bedoelde bebouwing.
Artikel 12.
Grond bestemd voor spoorweg-doeleinden.
Op grond bestemd voor spoorwegdoeleinden mag worden opge-
richt de voor het spoorwegbedrijf noodzakelijke bebouwing,waar-
onder ook begrepen worden opslag-loodsen van of voor spoorver-
laders
III. Bijzondere bepalingen
Artikel 13.
Tuinen, erven enz.
1Aile niet bebouwde gronden, behorende bij een woning, hebben
uitsluitend de bestemning van tuin.
2. Wanneer gronden gelegen zijn tussen een weg en een winkel kun-
nen Burgemeester en Wethouders eisen dat deze worden verhard.
Ten aanzien van de toe te passen materialen kunnen nadere
eisen worden gesteld.
3. a. Indien langs de openbaro weg terreinafscheidingen worden
toegepast, moeten dit zijn levende hagen met een max. hoogte
van 0,80 m, al of niet met een voetmuurtje van max. 0,30 m
hoogte boven het terrein.
b. Bij de zijerfscheidingen langs de openbare weg mogen de
hagen voor zover zij achter de voorgevelrooilijn voorkomen
max. 1,50 m hoog zijn.
c. Achter de hagen mogen doorzichtige roosterwerken van hout
of metaal worden geplaatst, welke niet hoger mogen zijn dan
maximaal toegestane hoogte van de hagen.