m
-1.842.5 H u i z u m, 3 Mei 1962.
Onderwerp:
Règlement Dienst Sociale Zaken.
Bij de behundeling van punt 7 der agenda
in Uw vergadering van 27 April j.l. heeft een lid van Uw
Raad zijn spijt er over uitgedrukt, dat niet tevens een
voorstel was gedaan het Règlement voor de G-emeenteli jke
Dienst voor Sociale Zaken te wijzigen in de zin als het
Bestuur van de Dienst heeft voorgesteld (en waarmede de
commissie van georganiseerd overleg in ambtenarenzaken
zich heeft verenigd) ten aanzien van de inhouding op de
wedde van het echtpaar, belast met de dagelijkse leiding
in het Pyter Jurjenshôf.
Het zesde lid van artikel 39 van dit règlement bepaalt,
dat voor zover de inwonende kinderen van het echtpaar in-
komsten genieten, een inhouding op de bezoldiging kan
worden toegepast, waarvan het bedrag door het bestuur
wordt vastgesteld.
De strekking van deze bepaling is om te voorkomen, dat
gezinsleden te allen tijde vrije kost en inwoning zouden
genieten, terwijl zij in staat geacht moeten worden ge-
heel of gedeeltelijk in hun onderhoud te kunnen voorzien.
Bij de overgangsbepaling van het nieuwe règlement is
dit voorschrift buiten werking gesteld voor het thans in
functie zijnde echtpaar.
Nu de bezoldiging bij Uw besluit van 27 April j.l.
nader is geregeld, dient naar onze mening de restrictie
te worden gemaakt, dat, wanneer één of meer kinderen van
het echtpaar inwonend zijn, de leeftijd van 21 jaar hebben
bereikt en tevens inkomsten genieten, wèl een extra in
houding op de bezoldiging moet plaats hebben.
Daartoe is het nodig het zesde lid van artikel 39 van
meergenoemd règlement te doen luiden als volgt:
"Voor zover één of meer inwonende kinderen van het echt-
"paar de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt en inkomsten
"genieten, kan door het bestuur een inhouding op de bezol-
"diging worden toegepast volgens nader door hem vast te
"stellen normen."
Artikel 40, tweede lid, zouden wij dan als volgt gere-
digeerd willen hebben:
"Het zevende lid van artikel 39 geldt niet, zolang het
"voorgaande lid van toepassing is."
Zij het wellicht ten overvloede, wijzen wij U er op,
dat het niet de bedoeling is aftrek toe te passen bij
minderjarigheid.
Wij stellen U voor bovenstaande wijziging in het règle
ment op te nemen.
Een concept-besluit gaat ter vaststelling hierbij.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel,
A a n De Secretaris,
de Raad.