-9- Filmstroken b.v. zijn evenduur voor 10 als voor 40 leerlingen. De Voorzitter wijst er op, dat het een gezamenlijke aan- vraag van"'~de"TfëYkvoogdijen is en daar zit wel dit achter, dat er ook een collectieve bijdrage op verleend kan worden. Dus voor aile leerlingen der scholen, die godsdienstonder- wijs hebben genoten zou een totaal-bedrag gegeven kunnen worden. Spreker weet uit anderen hoofde er iets meer van en kan hier wel verklaren, dat met de gezamenlijke aanvraag de bedoeling heeft voorgezeten om voor de gemeente de mogelijk- heid te scheppen een totaal bedrag beschikbaar te stellen. De heer B.R. Dijkstra is blij, dat dit wordt ingevoerd en dat dit geen co"nsequenti"es voor het bijzonder onderwijs heeft. Wethouder Zondervan merkt op, dat Dijkstra daar helemaal niet blij om behoe'ft te wezen. Dat het wel consequenties voor het bijzonder onderwijs zou hebben had spreker liever gezien, want dan zou het doorgewerkt hebben in de exploitatievergoe- ding aan de bijzondere scholen. Het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen Vastgesteld wordt de Verordening, die als bijlage no. 23 aan deze notulen is gehecht. 16. Verzoek van het comité Herdenking Gysbert Japicx 1666— 1966 om een bijdrage uit de gemeentekas. Burgemeester en Wethouders zenden de Raad dit verzoek met het navolgende prae-advieszie bijlage 24). Het wordt zonder bespreking aangenomen en de Raad besluit een bedrag van f 150,voor het beoogde doel op de begro- ting voor het dienstjaar 1962 uit te trekken. 17. Voorstel van Burgemeester en ï/ethouders tôt het benoemen van lijkschouwers Dit voorstel is als bijlage no. 25 aan deze notulen ge hecht Ha gehouden schriftelijke stemming blijkt, dat op beide voorgedragenen elle elf stemmen zijn uitgebracht. Hierna stelt de Raad de volgende besluiten vast.(zie bij- lagen25a en 25b). 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt opheffing van de noodslachtplaats te Stiens. Dit voorstel luidt aldus(bijlage 26). De heer Tolsma zegt, dat toen er destijds over gesproken is, hij het~gevoel heeft gehaddit is het begin van het eind. En dat komt wel aardig uit. Leeuwarden behoeft nu enkelnog maar de noodslachtplaats te annexeren. De inlei- ding, die de heer de Vries in de voor-vorige vergadering hier heeft gehouden, ademde ook de geest van: jongens, kom over! Op een vrije Zaterdag heeft spreker in principe^niets te'gen, maar als hierdoor dingen, die noodzakelijk moeten gebeuren, noodgedwongen overgaan,dat lijkt nergens op

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 49