De Yoorzitter vindt, dat deze bewering uitgaat van de ge- dachte, dat een onderwijzer van hoger stand is. De heer B.R. pijkstra erkent, dat dit zo gezien kan worden en spreker Vin'dt,"'dat' dit dus een stimulans zou moeten zijn om naar een betere woning om te zien. De Yoorzitter wijst er op, dat - wat de onkostenvergoeding betreft ~er" no'g nadere richtlijnen zullen komen. De heer Soepboer geeft de raadlaten wij de opknapkosten er buiten houden "en geval voor geval bezien. In zijn algemeen- heid is spreker tegen het vergoeden van opknapkosten maar in uitzonderingsgevallen wil hij deze aanvaarden. lien zou het bi, voorbeeld kunnen toepassen als een onderwijzer bij het bijzon- der onderwijs in een dienstwoning komt en het schoolbestuur zou er niet voor voelen veel aan de woning te besteden. De heer Soepboer maakt er even^wel geen voorstel van en het voorstel van Burgemeester en Y/ethouders wordt geacht zonder hoofdelijke stemming te zijn aangenomen, waarna de Raad de verordening vaststelt, die als bijlage no. 24 is aan- gehecht 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de gemeontebegroting, dienst 1962. Het ontwerp van deze wijziging heeft voor de leden ter in- zage gelegen. Het wordt zonder bespreking tôt besluit verheven. Hierna voegt de Voorzitter aan de agenda toe punt 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de Verordening op het vellen van houtopstanden. De Voorzitter deelt mede, dat de Gedeputeerde Staten en- kele opmerkTngeri hebben gemaakt met betrekking tôt de in de vorige vergadering vastgestelde Kapverordening. Dit betreft de datum van inwerkingxtreding, die niet vroeger kan zijn dan de derde dag na de afkondiging. Verder is in artikel 8, tweede lid, 2e zin het woordje "of" uitgevallen. Namens Burgemeester en Wethouders stelt de Voorzitter voor de nodige wijzigingen aan te brengen. Zonder bespreking verenigt de Raad zich hiermede en stelt het besluit vast volgens bijlage 25. R o n_ d_ y r a a g. De heer van der Ploeg vestigt er de aandacht op, dat van d brug te Cornjum "de""Téuning stuk is, wat gevaar oplevert. De Voorzitter zal hiermede de dienst van gemeentewerken in kennis" steTlen De heer B.R. Pijkstra wijst op de weke laag in het wegdek onder Oude-LeTfe"Tiussen het dorp en de Spoorweg overgang. Ook dit zal ter kennis van de gemeente-architect worden gebracht Voorts brengt de heer B.R. Pijkstra de toestand van som- mige bermen langs de gemeentewegen "ter sprake.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 15