- 3 - 2. Zi j is dadelijk en in één termijn verschuldigd zodra de aan- geslagene in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende of onroerende goederen executoriaal beslag is gelegd of wanneer hij zich metterwoon in het buitenland gaat vestigen. Artikel 14- 1De gemeente-ontvanger is verplicht voor elke betaling onver- wijld bewijs van kwijting op het aanslagbiljet te stellen. 2. De afschrijving der betalingen geschiedt in de navolgende orde: a. op de kosten van vervolging; b. op de oudste der openstaande termijnen. Artikel 15. 1Binnen drie maanden na het vervallen van de laatste termijn zendt de gemeente-ontvanger aan Burgemeester en Wethouders een staat met toelichting van de posten op het kohier, welke hij niet heeft kunnen invorderen. 2. Burgemeester en V/ethouders zenden deze staat aan de gemeente- raad met een voorstel tôt niet-invorderbaarverklaring van die posten, welke zij daarvoor vatbaar achten. Artikel 16. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1963. Op die datum vervalt de verordening, vastgesteld bij zijn besluit van 30 September 1957, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 20 De- cember 1957, no. 17, gewijzigd bij zijn besluit van 27 Mei 1958, goedgekeurd alsvoren 21 Juli 1958, no. 2, met dien verstande, dat zij blijft gelden voor aanslagen over hieraan voorafgaande jaren. Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Leeuwarderadeel in zijn openbare vergadering van Voorzitter Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 31