H u i z u m, 26 Juni 1962. Onder dagtekening van 2 April j1. richtte de Minister van Binnenlandse Zaken zich tôt de gemeentebesturen met een circulaire omtrent de maatregelen, welke op het gebied van de bezoldiging - gerekend van 1 Januari 1962 af - voor het gemeentepersoneel kunnen worden genomen. Dit komt neer op een algemene loonronde van 5,2 '/-> voor aile ambtenaren en werklieden en bovendien nog voor de ambtenaren een verhoging - wat deze gemeente betreft - van 8 tôt 16 te realiseren in A jaren. Deze laatste verhoging geldt dus niet voor de werklieden. De Minister motiveert dit door er op te wijzen, dat door in- voering van een gedifferentieerde salarisverhoging voor de amb tenaren een aperte achterstand wordt ingehaald. De onderhavige voorziening beoogt, aldus de bewindsman, naast een aanpassing aan de maatregelen, welke in de afgelopen jaren ten aanzien van de werklieden reeds zijn genomen, teneinde tôt een betere aansluiting bij de beloning in het particulière be- drijfsleven te komen (waarbij de Minister kennelijk uitgaat van de invoering van de prestatiebeloning) tevens een aanpassing van de loonlijn voor de ambtenaren aan die, geldende in het particulière bedrijfsleven. Zoals U bekend zal zijn is de invoering van de werkclassifi- catie voor de werklieden in deze gemeente in een stadium van voorbereiding. Bij verwezenlijking daarvan op 1 Januari 1963 kan aan de werklieden een prestatiebeloning van 0 tôt 1 2 j° worden uitge- keerd, met een gemiddelde van 8 °/o. De strijd over de onderhavige salarisvoorstellen is op het hoogste niveau uitgestreden. Het zou van weinig zin voor de realiteit getuigen, deze op gemeentelijk niveau voort te zetten. Een dergelijke houding zou o.i. alleen tôt vertraging kunnen leiden en daarmede is niemands belang gediend. Aangezien de huwelijkstoelagede diplomatoelage en de pen- siontoelage door bovengenoemde maatregelen ook verandering on- dergaat en er weer jeugdaftrek wordt ingevoerd, hebben wi j het voor de overzichtelijkheid beter geacht om een geheel nieuwe Bezoldigingsverordening vast te stellen, waarin een en ander is verwerkt. Wij stellen U dan ook voor, onder intrekking van de Bezoldi gingsverordening 1960, het hierbijgaande concept ener Bezoldi gingsverordening 1962 met de daarbij behorende bijlagen A, B, G en D tôt besluit te verheffen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel l.B. De Secretaris, Aan de R a a d.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1962 | | pagina 33