-3-
De Voorzitter wil dit punt met nog enkele andere zaken in de
eers tvôTgend~e vergadering van de gascommissie ter sprake brengen.
Vervolgens deelt de Voorzitter mede, dat hij in de vorige
vergadering een pessimistiscÏL geluid heeft moeten laten horen
in verband met de bouw van de openbare school te Stiens. Thans
kan hij zeggen, dat met de laagste inschrijver overeenstemming
is bereikt en dat spoedig - vermoedelijk al na de bouwvakvacan-
tie - met de uitvoering van het werk zal worden begonnen.
Deze mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen.
3. Onderzoek van de geloofsbrieven der leden van de nieuwe raad.
De Voorzitter stelt voor een commissie uit de Raad te be-
noemen',* die" de' geloofsbrieven van de nieuwbenoemde leden zal
onderzoeken.
Daartoe worden aangewezen mevrouw Stolte en de heren B.R.
Dijkstra en J. Kalma.
De Voorzitter schorst voor een tijdj.e de openbare vergadering
gedurende" Ei"twëïk de commissie, bijgestaan door de gemeente-
secretaris, zich van haar taak kwijt.
Na heropening van de openbare vergadering brengt de heer
Kalma namens de commissie verslag uit van haar bevindingen.
Dit is voor de Raad aanleiding om tôt toelating van aile
elf nieuw gekozen leden te besluiten.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling
van een nieuwe verordening op de heffing ener wegbelasting.
Dit voorstel luidt als volgt: (bijlage 1).
Het wordt zonder bespreking aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming stelt de Raad het besluit vast
volgens bijlage 2,
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van
een nieuwe verordening regelende de bezoldiging van het gemeente-
personeel.
Dit voorstel luidt aldusbijlage 3.
De heer Tolsma merkt op, dat dit zo langzamerhand de be-
ruchte verordening is geworden. Men kan nu twee dingen doen.
1° afstemmen. Daar bereiken wij niet veel mee. Ook zoudenwij
het totaal van al deze verhogingen in éên pot kunnen gooien en
het totaal gelijkelijk over de ambtenaren kunnen verdelen.
Maar dat lukt ook niet om er fiât op te krijgen. Daarom zullen
wij de zaak wel moeten slikken zoals hij daar heen ligt. Spre-
ker vindt het jammer, dat in het land niet meer verzet gerezen
is. Hij vindt dit een kapitalistisch gewrocht en verbaast zich
er over, dat men in deze tijd met zo iets durft aankomen. Dat
is niet bedoeld als een verwijt aan het collège van Burgemees
ter en Wethouders. Volgens spreker is de zaak veel te veel uit
elkaar getrokken. Er zit geen lijn meer in. Daar spreker weet
dat verwerping van het voorstel niet het résultant zal hebben
van wat ermede beoogd wordt wil hij een fel protest laten horen
en dient daartoe de volgende motie in: