-4-
V
De Raad der gemeente LEEUWARDERADEEL in openbare vergadering
bijeen op 27 Juli 1962;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
salarissen van de amTotenaren in dienst van deze gemeente, te ver-
hogen overeenkomstig de richtlijnen, neergelegd in de circulaire
van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 April 1962;
van mening, dat dit voorstel de lagere ambtenaren en werk-
lieden onrecht doet, door hun salaria met een lager percentage
te verhogen dan dat van middelbare ambtenaren;
van oordeel dat de verantwoordelijkheid hier voor ligt bij
de bevoegde instanties op rijksniveau
van mening, dat met afwijzing van het voorstel noch de ambte
naren en werklieden van deze gemeente, noch de gemeente zelf
is gediend;
b e s 1 u i t
het voorstel te aanvaarden en nodigt Burgemeester en Wethou
ders uit zich tôt de Uinister van Binnenlandse Zaken te wenden
met het dringende verzoek het overleg met de ambtenaren-centra
les te heropenen en daarin als-nog voorstellen tôt verbetering
van de salarissen van de lagere ambtenaren en de werklieden te
doen;
en gaat over tôt de orde van de dag.
De heer Soepboer vindt het moeilijk over de nieuwe salaris-
maatregelen te praten. Want er zitten twee kanten aan. Wij moe-
ten niet voorbij zien aan het feit, dat op het hoogste niveau,
na overleg met de vakcentralesdit uit de bus is gekomen, vindt
spreker. Een belangrijk motief van de regering is, dat de hoge
ambtenaren niet zijn te vervangen. Aan de andere kant kun je
bepaalde mensen niet kwijt. Daar is dan geen landsbelang bij
betrokken. Spreker kan zich dan ook wèl voorstellen, dat er zo
iets uit de bus komt als hier nu op tafel ligt. Doch er zit
naar ons sociaal gevoel een grote onbillijkheid in. Spreker is
blij, dat de heer Tolsma de landspolitiek niet in discussie ge-
bracht heeft. Hij stelt zich op het standpunt, dat in het on-
derhavige geval weinig te bereiken valt met het indienen van
een officieel protest. Moet er werk van gemaakt worden, vraagt
spreker. Het zal ons zeker niet slagen voor de hoogste functio-
narissen een geringere verhoging vast te stellen. Wèl wat de
lageren betreft. Als wij dat doen, weten wij vooruit, dat de
groep, die 8-12/° kan krijgen zo groot in aantal is,dat die toch
onvervangbaar is als totaliteit.
Spreker staat achter wat de heer Tolsma gezegd heeft. Nu de
regeling al in werking is bij verschillende provincies en ge-
meenten zal er wel niets meer aan te doen zijn om er veranderin-
gen in aangebracht te krijgen. Spreker zou daarom de onderhavige
regeling wèl willen aanvaarden, doch onder protest.
De heer Kalma verondersteltdat de situatie in Holland
anders ligt" d'an hierDaar ondervindt men zeker meer de invloed
van het wegzuigen van de leiding-gevende figuren door het be-
drijfsleven dan dat hier in het noorden het geval pleegt te
zi jn.