-1.778.545
H u i z u m, 21 Augustus 1962.
Onderwerp:
Commissie artikel 8, 1e lid,
Woonruimtewet 1947.
Op 15 October a.s. treden de leden van
de commissie, bedoeld in artikel 8, eerste lid, der Woon
ruimtewet 1947, af.
Deze commissie wordt telkens voor een jaar benoemd,
doch de aftredende leden kunnen voor herbenoeming in aan-
merking komen.
krachtens de Woonruimtewet 1947 is het raadplegen dezer
commissie vereist bij een voorgenomen vordering van woon-
gelegenheid.
Wi j bevelen de aftredenden voor een herbenoeming bij U
aan. Dit zijn momenteel:
D.P. Bouma, Kievitstraat 16, te Stiens;
Joh. Terpstra, Uniaweg 3 te Stiens,
Mej. R. de Groot, Lage Herenweg 9 te Stiens;
D. Loonstra te Britsum 19 en
Sj. van der Ploeg te Jelsum 63.
Voor de verdeling van woonruimte wordt door ons even-
eens advies ingewonnen van een commissie, die haar steun
vindt in artikel 2 van de verordening van 12 Februari 1948
ter uitvoering van artikel 1 van meergenoemde wet.
Mag in de "Vorderingscommissie" geen vertegenwoordiger
van het gemeentebestuur zitting hebben, in laatstbedoelde
commissie is dit wel geoorloofd. Kierdoor wordt het zo
noodzakelijke contact verkregen tussen de adviescommissie
en ons collège, dat uiteindelijk de beslissingen inzake
de woningtoewijzingen heeft te nemen.
Wij geven U in overweging de navolgende leden van deze
adviescommissie voor een herbenoeming in aanmerking te doen
komen:
F.Th. Dijkstra, wethouder, te Stiens, Molenweg 3;
Joh. Terpstra, Uniaweg 3 te Stiens;
MejR. de Groot, Lage Herenweg 9 te Stiens,
D. Loonstra te Britsum 19 en
Sj. van der Ploeg te Jelsum 63.
De benoemingen gelden tôt 15 October 1963.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel,
l.B.
De Secretaris,
Aan
de R a a d.