-6- De heer Zondervan is het niet eens met dit betoog. Het doet niet ter zake wat het kost; het gaat om het recht. De admini- stratiekosten zjjninwerkeli jkheid hoger dan f 2, daarmede is men accoord gegaan. De vraag is voor spreker alleen maar, waar heeft het schoolbestuur recht op. De heer B.R. Dijkstra krijgt uit de besprekingen de indruk dat aan de hoofden der scholen de kosten van de telefoon wor- den vergoed? De Yoorzitterde gemeente betaalt 3/4 van de kosten van het abonnement" De heer B.R. Di.jkstra vervolgt met te zeggen, dat hij wel kan uitgaan""vanïiet~ bVgrip dat telefoonkosten administratie kosten zi jn, maar als deze er bij het openbaar onderwijs boven- op komen dan brengt de billijkheid mee, dat ook de bijzondere schoolbesturen een evenredig bedrag méév krijgen. Wethouder Dijkstra vindt, dat dit juist een verschil van inzicht is." Voor hem "komt het aan op de vraag of de telefoon uit de administratiekosten betaald moet worden. Een andere vraag is of de administratiekosten f 2,per leerling op zichzelf hoog genoeg zijn, maar dââr komt het in dit verband niet op aan. De eerste vraag wil spreker bevestigend beant- woorden De heer Terpstra zegt, dat verschillende dingen voor hem nog nieuw zijn. Maar uit de besprekingen heeft hij kunnen opmaken, dat het om twee dingen gaat. Spreker weet niet wat de achter- grond is, maar hij kreeg de indruk, dat het hoge bedrag van de vergoeding per leerling wel van invloed geweest is bij de bepaling van t bedrag der administratiekosten. Spreker is echter van mening dat als de telefoon er van betaald moet worden het bedrag van/ 2,per leerling te laag is. De Voorzitter wijst er evenwel op, dat in sommige gevallen de administratie niet zo veel kost omdat deze is opgedragen aan het bestuur en het hoofd der school. In andere gevallen daar- entegen is het dikwijls extra duur. Als in een bepaald geval gevraagd zou worden: Waarvoor kan de administratie gevoerd worden, dan zou spreker dat niet weten. Als men zit met een laag bedrag, dat per leerling beschik- baar gesteld wordt, zou spreker de telefoonkosten er wel bo- venop willen leggen. Maar in onze gemeente vindt hij het kos- tenbedrag hoog. De Voorzitter sluit de beraadslagingen en laat tôt stemming over hiT"meerdefheidsvoorstel van Burgemeester en Wethouders overgaan. Dit wordt verworpen met 7 tegen 3 stemmen. Tegen stemden Mevrouw Bijlsma en de heren van der Ploeg, Nijdam, Zondervan, B.R. Dijkstra, Terpstra en Soepboer. Voor verklaarden zich Mevrouw Stolte en de heren Poepjes en P.Th. Dijkstra. Het voorstel van de minderheid van Burgemeester en Y/ethou- ders inhoudende, dat het bedrag per leerling met f 0,77 wordt verhoogd en gesteld wordt op f 71716 wordt gescht met dezellde stemmen verhouding te zijn aangenomen. Vastgesteld wordt het navolgende besluit (bijlage 2).

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1963 | | pagina 11