N o t u 1 e n van de vergadering van de Raad der gemeente
Leeuwarderadeel van 26 Februari 1963*
Agenda
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken en mededelingen.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling
van het "bedrag als bedoeld in artikel 55 bis der Lager Onder-
wijswet 1920.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
de verordening regelende de contrôle op de rekenplichtige
ambtenaren.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
het Algemeen Ambtenarenreglement.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt benoeming van
een lid in het bestuur van de Woningstichting "Leeuwarden-
Leeuwarderadeel"
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt aankoop van
enkele strookjes grond langs de Pyter Jurjensstrjitte.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt verhoging van
de maxima der jaarwedden van de technische ambtenaren 1e
klas bij gemeentewerken, van de commies A ter secretarie
en tôt het vaststellen van een nieuwe loonschaal voor het
hoofd van de gemeentelijke dienst voor Sociale Zaken.
Tegenwoordig tien leden t.w. de dames G. Bijlsma- Boersma
en P. Stolte- van der Meulen en de heren P. Soepboer, S.van
der Ploeg, W.J. Ni^dam, P.Th. Dijkstra, H. Zondervan, B.R.
Dijkstra, J. Terpstra en 1. Poepjes.
Afwezig met kennisgevingde heer P. de Swart.
Voorzitterde heer H. Hellinga, Burgemeester.
Deze opent de vergadering met zijn voldoening er over uit
te spreken, dat de Raad op êên na voltallig is in deze tijd
van ziekte en 00k omdat op korte termijn nog verandering moest
worden gebracht in de aanvankelijk vastgestelde datum.
Spreker deelt verder mede, dat aan de agenda een punt zal
worden toegevoegd.
Het hiertoe betrekkelijke voorstel is voor de leden ter
tafel gelegd.
1Notulen.
De heer Soepboer maakt de opmerking, dat onder aan bladzijde
7 de heer Terpstra woorden in de mond worden gelegd, die hij,
spreker, gezegd heeft.
De Secretaris zegt, dat bij het typen de naam Terpstra ten
onrechte onderstreept is waardoor de opmerking van de heer
Soepboer volkomen verklaarbaar en terecht is
Verder maakt de heer Soepboer een opmerking over wat op
bladzijde 13 staat. Dit moet luiden: Voorts is het spreker
vaak gebleken, dat in verhouding tôt de woningwetbouw in de
vrije sector in de kleine dorpen procentueel meer gebouwd wordt
dan in de grote plaatsen. De afname van de bevolking wordt
derhalve bevorderd door de woningbouwpolitiek van de gemeente—
besturen.