-10-
Alle beide kunnen wij die zien als goede raadsleden en het werk
dat zij als wethouders hebben gedaan verdient van onze kant aile
lof.
Ik meende dat dit in deze vergadering wel eens mocht worden
gezegd
Verder is het mij als nieuweling opgevallen dat er in onze
gemeente in het verleden wat een spanning is ontstaan tussen
Stiens en de buitendorpen. Vaak nog niet eens het meest bij de
raadsleden, maar meer bij de gehele bevolking en dat er soms
haast al een beetje van rivaliteit sprake is.
Zonder mij dadelijk te verdiepen in de oorzaken van dit ge-
val (er is altijd wel een stok te vinden om een hond te slaan)
meen ik toch, dat wij ailes moeten doen om dit verschil van
inzicht de wereld uit te helpen. Onze gemeente is niet zo groot
en wanneer het ergens niet goed gaat, zal dat een terugslag op
het geheel hebben. Als raadsleden zullen wij een open oog moe
ten hebben voor de gehele probleemstelling en er niet mee kun
nen volstaan om ailes van uit het eigen dorp te bezien.
Ik breng dat hier met klem naar voren omdat het mij bekend
isdat er zo langzamerhand zoveel wensen zijn, dat het nooit
mogelijk zal zijn, om die één, twee, drie aan de kant te krij-
gen en er zal dus telkens weer een keus moeten worden gedaan.
Het gevolg zal zijn dat er altijd maar weer een aantal mensen
zich niet voldaan zullen voelen en dat men dus niet alleen
zichzelf maar ook zijn "groep" of zijn dorp het begrip moet
bijbrengen, dat men de gehele gemeente als één geheel moet
bezien en datgene wat het zwaarst isook het zwaarst moet la-
ten wegen.
Zelfs alleen al het begrip "Stiens en de buitendorpen"
staat mij al slecht aan, om dat het hier niet gaat om het een
of het ander, maar meer om het een en het ander en met de
beschikbare middelen zullen wij moeten proberen om het belang
van de gehele gemeenschap te dienen.
Yoorzitter in de korte tijd dat U hier is kunnen wij nog
niet met trots op resultaten wijzen, maar ik wil U wel zeggen,
dat de eerste indruk ons vertrouwen geeft voor de toekomst.
Als mensen hebben wij niet ailes in de hand en ik wil dan ook
niet verder gaan, dan hier de hoop uit te spreken, dat het ons
als Raad mag slagen om, met respect voor elkanders standpunt
in eendracht te werkcn aan het welzijn van de gemeente en zijn
gemeenschap.
Vervolgens houdt de heer B.R. Hijkstra zijn algemene be-
schouwingen en spreekt alsvolgt:
Wij hebben vanavond op onze agenda staan: vaststelling va
de gemoente-begroting voor het dienstjaar 1963. En voor dat wij
onder dit agendapunt dus krijgen de bespreking over de ver-
schillende punten en onderwerpen, die ook al in de secties en
de rapporteurs-vergadering aan de orde zijn geweest^ser gele-
genheid in het algemeen wat te zeggen.
Wij hebben gemeend van deze gelegenheid ook te moeten ge-
bruik maken, omdat er verscheidene dingen in ons gemeentelijk
leven zijn, waar in het algemeen wel wat van te zeggen is,
hoewel ze wellicht ook bij"de bespreking in détails wel aan
de orde zullen komen.
Het jaar dat achter ons ligt, heeft heel wat verandenng
meegebrachtEoor de verkiezingen is de samenstelling van onze
Raad nogal wat gewijzigd.