-12- In ons verkiezingsprogram hebben wij gesteld dat de onder- scheidene woonkernen in onze gemeente door eigen initiatief hun levensvatbaarheid moeten tonen. Aan de gemeentelijke ovei- heid is de taak om deze initiatieven te stimuleren, door het geven van voorlichtingen en het gereed maken van uitbreidings— plannen. De laatsten zijn nog altijd de zwakke plek in het woningbeleid en heeft misschien mee de doorslag gegeven om dit jaar ailes weer in Stiens te bouwen. Burgemeester en Wethouders kunnen hier ook weer geen ijzer met handen breken, maar ik zou ook op dit punt bijzonder de klem willen leggen. Hiermee hangt immers nauw samen onze kans om het aantrekken van industrie en forensen te bevorderen. Hiermee hangt ook nauw samen de mogelijkheid om de initiatieven, die er zijn in de dorpen, levend te houden. Geef ons de kans om, zonder dorpistisch te worden, toch in onze dnrpen wat te ondernemen. Een eerste eis daarvoor isî Het gereed hebben van uitbreidingsplannen, het bevorderen van goede verbindingen, het verbreken van isolemen- ten (verbinding van Britsum met Cornjum—Jelsum)Daarnaast zou het van groot belang zijn, naar mijn oordeel, contact te houden met de verenigingen voor Plaatselijk Belang. Niet in de eerste plaats om een praatje te maken over een lantaarn hier of een zinkputje daarover een r iolering een stukje trottoir, al zijn deze dingen belangrijk en moeten die dus niet worden vergeten, maar belangrijker is om door samenwerken te komen tôt een bevredigende oplossing van problemen, die er liggen op het terrein van de^sport (sport- velden enz.) het verenigingsleven (culturele zakcn, subsiclies enz.) het verkeer (busverbindingen enz. vooral bij winter en opdooi) /huisvesting en bedrijfs-accomodatie ,het terrein van de Wij hebben een winter gehad om niet licht te vergeten en ik hoop dat wij daar wat van geleerd hebben, o.a. dat door gcmeenschapszin heel wat te bereiken is en heel wat ongerie en ongemak te verhelpen is. Nauw contact tussen gemeenteoe-^ stuur, gemeentewerken, plaatselijke belangen en bevolking zijn hier van groot belang. 0 Van bijzonder groot belang acht ik ook de samenwerkmg tu sen de gemeenten onderling. Een in bepaalde dingen niet op el- kaars doen en laten afgestemd zijn, geeft soms wondere situa- ties. Ik denk hierbij aan de voorbije winter, waarbig tenge- volge van het dichtstuiven door de sneeuw van een emdje weg van eon 150 meter te Oude Leije, het gehele noordelijk deel van Het Bildt afgesloten werd. Een klein beetje intergemeentelijk overleg had dit euvel in een paar uur kunnen verhelpen. Wat de dienst van gemeentewerken betreft, dit wordt langzamerhand eon heel bedrijf, met een behoorlijke bezetting en heel wat materiaal. Toch blijkt men vaak nog niet aan te kunnen wat moet worden gedaan en rijst de vraag of het in die geval- len niet beter en efficienter is om door particulière bedry- ven wat te laten doen, dan voor een bepaald onderdeel van het werlc duur materiaal of extra mensen aan te trekken. Dit zijn zo enkele punten, die ik onder de aandacht wou Ze zijn niet nieuw en Burgemeester en Wethouders hebben zich er vast ook al vaak eens mee bemoeid. Toch meen ik, dat wij als raadsleden het aan ons zelf en aan de gemeenschap ver plicht zijn, aanhoudend aan deze zaken onze aandacht te steden

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1963 | | pagina 23