-1.828.1
H u i z u m, 16 April 1963-
Onderwerp:
Subsidie pootvis.
Van de Friese Bond van de Hoofdafdeling Zoetwater-
visserij van de Nederlandse Heide Maatschappij is een adres
ingekomen hetwelk bij de stukken voor U ter lezing is neder-
gelegd en waarvan de inhoud in het kort op het volgende neer-
komt.
De strenge winter heeft ernstige gevolgen gehad voor de
visstand. In grote gebieden is de vissterfte funest, mede ook
door de watélèverontreiniging.
De beroepsvissers in Priesland, verenigd in de Hoofdafde
ling "Zoetwatervisserijvan de Nederlandse Heidemaatschappij
hebben reeds 25 jaar achtereen door middel van het "lootvis-
fonds" meegewerkt aan uitzetting van pootvis en ook dit jaar
is door de beroepsvissers weer ruim f 8000.- bijeengebracht
De gevolgen van de massale vissterfte eisen evenwel meer
voorzieningen en daarom wordt een beroep gedaan op de gemeen-
tebesturen om in deze bijzondere voorzieningen een bijdrage
te geven in de orde van 5 cent per inwoner als minimum.
De motivering van haar verzoek ziet de bond in de omstan-
digheid dat practisch aile gemeenten door lozing van riool-
water mede veroorzakers zijn van de vervuiling en daardoor de
sterfte onder de vissen bevorderen.
Dit laatste vinden wij, wat onze gemeente betreft, sterk
overdreven. De verontreiniging van het water in de Dokkumer Ee,
de belangrijkste vaart in de gemeente, wordt voornamenlijk
veroorzaakt door industrieën en rioolwaterlozing in de ge
meente Leeuwarden. Alleen met betrekking tôt de Stienser vaart
zou gesproken kunnen worden van verontreiniging door het
rioolwater van Stiens, doch dit is slechts zeer miniem ten
opzichte van dat wat de Zuivelfabriek te Stiens aan afvalstof-
fen daarin loost.
Wij erkennen dat de gemeente wel enig belang heeft bij
verbetering van de visstand. Immers uit een oogpunt van re-
creatie worden aan talrijke ingezetenen en niet-ingezetenen
consenten afgegeven voor het vissen in gemeentewateren en
hoewel van de opbrengst van de gelden, die voor deze vergun-
ningen worden ontvangen, 20 c/° in het Pootvisfonds wordt ge-
stort, achten wij voldoende redenen aanwezig om een tegemoet-
koming te verlenen in de extra kosten, die dit jaar door
adressant gemaakt worden om de gevolgen van de barre winter
t.a.v. de visstand op te vangen.
Daarom stelien wij U voor op de begroting voor 1963 een
bedrag van f 50.- uit te trekken voor bovenomschreven doel.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel,
De Secretaris,
Aan
de R a a d.