-11- Par. IV. Slotbepalingen. Artikel 19. Bestaande gebouwen. 1. Geen ge"bouw mag wordcn opgericht, indien daardoor of door de ligging, grootte, vorm en gesteldheid van het bijbehorende per- ceel, enig ander perceel, terrein of gebouw, dat bestaat, in een toestand zou worden gebracht welke in strijd zou zijn met liet uitbreidingsplan. Onder een gebouw dat bestaat, wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een gebouw, dat kan worden opgericht krachtens een verleende of op een reeds ingediende bouwaanvrage te verlenen bouwvergunning. 2. Grond, welke eenmaal in aanmerking is en moest worden genomen, bij de verlening van een bouwvergunning, blijft bij een beoor- deling van latere bouwplannen buiten aanmerking. Artikel 20. Overgangsbepaling Gebouwen, die reeds bij de ter visie legging van het ontwerp- plan bestonden of werden gebouwd krachtens een vâér dat tijdstip verleende bouwvergunning mogen: 1. Gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijkingen van het plan niet worden vergroot. 2. Met inachtneming van de rooilijn geheel worden vernieuwd of veranderd, nadat zij door een calamiteit ziijn verwoest, mits de bestaande afwijkingen van het plan daarbij niet worden ver groot en behoudens onteigening overeenkomstig de wet. Artikel 21 Beroep op de gemeenteraad Van besluiten van burgemeester en wethouders, bedoeld in de artikelen 5, lid 1 en lid 2, 6 lid 2, 7 lid 28 lid 2, 9 lid 2 10 lid 2, 11 lid 2, 15 lid 2, 18, kan de belanghebbende binnen 30 dagen na de dag, waarop hem van het besluit is kennis gegeven bij de raad der gemeente in beroep komen. Artikel 22. Interpretatie Bij twijfel over de interpretatie van deze voorschriften, be- slissen Burgemeester en Wethouders omtrent de wijze van toepas sing. Artikel 23. Titel. Bit plan kan worden aangehaald onder de titel: "Dorpsplan Britsum" Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare ver- gadering van Voorzitter Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1963 | | pagina 105