- 6 -
Mevrouw Bi.jlsma is blij met dit voorstel. Dr is destijds ook
een voorstel ter tafel geweest dat toen niet tôt het verwachte
resultaat heeft geleid.,%- en dat later is ingetrokken. Daarna is
er niets meer van gehoord. Het is sindsdien stil gebleven ron-
dom deze aangelegenheid. Wel zijn er verzoeken om een studietoe-
lage in behandeling geweest en spreekster vond het vervelend als
dergelijke verzoeken in de Raad kwamen, dat zij in het openbaar
behandeld werden. Daaraan kan nu worden ontkomen door de wijze
van behandeling als in de verordening is omschreven.
le heer Terpstra onderstreept de woorden van mevrouw Bijlsma.
"Wel is bij hem de vraag gerezen hoe komt men over de overbrug-
gingstermijn heen zolang de commissie er nog niet is. Er zullen
volgens sprekers stellige verwachting wel aanvragen komen voor-
dat het studiefonds is ingesteld. Vormen Burgemeester en Wethou-
derézolang de commissie? Hoe stelt men zich de werking ervan
voor? Zullen er weer namen genoemd worden door de commissie of
krijgt zij de beschikking over geldmiddelen?
(De heer B.R. Dijkstra komt ter vergadering)
De Voorzitter antwoordt de heer Terpstra, dat er even een
hiaat opgevuld moet worden. Als er een commissie is die Burge-î-
meester en Wethouders adviseert kan het collège bij de Raad ko
men met een begrotingswijziging. Misschien is het mogelijk dat
de Raad nu reeds uit zijn midden twee leden aanwijst en Burge
meester en Wethouders één uit hun midden dan zijn er drie, die
al kunnen beginnen.
De heer Terpstra voelt er voor dat de leden van de commissie
wat verspreid over de gemeente zullen wonen. Zolang de één niet
weet wie de ander benoemt krijgen wij dat waarschijnlijk nooit
goed voor elkaar. Daarom acht spreker het gewenst, dat men zo
gauw mogelijk weet wie de vertegenwoordigers van het gemeente-
bestuur zullen zijn.
Wethouder Di.jkstra vraagt of het daarom geen aanbeveling ver-
dient, dat het collège van Burgemeester en Wethouders uit zijn
midden eerst een lid aanwijst om zitting te nemen in de commis
sie
Voorzitter schorst de openbare vergadering waarop Burge
meester en Wethouders zich in raadkamer terugtrekken.
Na heropening van de openbare vergadering deelt de Voorzitter
mede, dat het collège van Burgemeester en Wethouders de heer
Zondervan hebben aangewezen om namens hen zitting te hebben in
meergenoemde commissie. Nu is het verder nog nodig dat twee le
den uit de Raad worden aangewezen. Daartoe zullen Burgemeester
en Wethouders in de volgende vergadering met een voorstel komen.
De heer Soepboer zou, rekening houdende met een gewenste
spreiding over de gemeente voor het noordelijk deel mevrouw
Stolte en voor het zuidelijk deel mevrouw Bijlsma aangewezen
willen zien als vertegenwoordigers van de Raad in de commissie.
De heer ï'erpstra kan met deze suggestie van de heer Soepboer
wel accoord gaan, maar hij zou toch ook graag willen, dat Burge
meester en Wethouders rekening hielden met de instelling van de
bevolking.