- 12 -
Dit voorstel luidt als volgt: (bijlage 29)
Ua gehouden scliriftelijke stemming blijkt, dat op mevrouw
Bijlsma en de heer Soepboer elk 8 stemmen zijn uitgebracht en
op de heer Poepjes 9, terwijl mevrouw Stolte en de heer B.R.
Dijkstra elk één stem op zich verenigden, waarmede de aftre-
dende leden van de Gascommissie herbenoemd zijn.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt aanwijzing
van drie leden van de Raad als vertegenwoordigers van de ge-
meente in de Commissie van georganiseerd overleg in ambtenaren-
zaken.
Dit voorstel luidt als volgt: bijlage 30.
Mevrouw Bijlsma heeft de vergaderingen altijd met genoe-
gen bijgewoond, maar zou zich wel willen terugtrekkenomdat
zij meent, dat deze taak beter geschikt is om door een man
te worden uitgeoefend.
Zij wil voorstellen in haar plaats de heer de Swart te
nemen.
Bij de hierna plaats hebbende schriftelijke stemming blijkt,
dat op de heer Poepjes 9 stemmen zijn uitgebracht, op de heer
Van der Ploeg 8, op de heer de Swart 7, op mevrouw Stolte 2
en op de heer B.R. Dijkstra 1, zodat de eerstgenoemde drie
leden zijn aangewezen als vertegenwoordigers van de gemeente
in de commissie van georganiseerd overleg in ambtenarenzaken.
Wethouder Zondervan, als Voorzitter van de commissie, zegt
dat men de persoonlijke motieven van mevrouw Bijlsma moet ac-
cepteren, maar het spijt hem, dat zij als zodanig aftreedt en
wil niet nalaten zijn dank uit te spreken voor de prettige
samen werking.
De Voorzitter sluit zich graag aan bij de woorden van de
heer Zondervan en bedankt mevrouw Bijlsma voor ailes wat zij
gedaan heeft als lid van de commissie.
20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt benoeming van
de commissie, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de
Woonruimtewet 1947 en van de woonruimte-adviescommissie
Dit voorstel is van de volgende inhoud: (bijlage 31)
De Voorzitter zegt, dat het voor het onderhouden van het
nodige contact met Burgemeester en Wethouders wenselijk wordt
geacht, dat een Wethouder als Voorzitter van de commissie op-
treedt
De heer Oosterbaan, die als voorzitter van de Vorderings-
commissie wordt voorgedragen is niet zo danig bekend in
Leeuwarderadeel dat hij te nauw bij een bepaalde groepering
betrokken is.
Uit de uitslag van de hierna gehouden schriftelijke stem
ming komt vast te staan dat de volgende stemmen zijn uitge
bracht
op Ir. Oosterbaan 9; op mevrouw Stolte 8; op mej. de
Groot 9; op de heer loonstra eveneens 9; op de heer van der
Ploeg 8; op de heer B.R. Dijkstra 1 en op de heer de Swart
eveneens 1zodat de eerste vijf genoemde personen zijn be-
noemd als leden van de commissie, bedoeld in artikel 8, eerste
lid, van de Woonruimtewet 1947.
De stemming over de aanbevolen candidaten voor de woon-
ruimteadvies-commissie geeft het volgende resultaat te zien: