-10-
In overleg met aileriei instanties is toen besloten een be-
perkt onderzoek in te stellen naar de bruikbaarheid van een groter
complex, maar dit stuitte op financiële bezwaren.
Er wordt nu een beroep gedaan op de gemeentekas, maar er is
geen voldoende ruimte in de begroting voor 1962 om het gehele
bedrag (f 6000.ineens te voteren. Bovendien kan het werk
waarschijnlijk ook niet in korte tijd tôt stand komen. Het be
drag zou ook in een aantal jaren afgeschreven kunnen worden doch
dit lijkt spreker ook niet de juiste méthode.
De heer B.R. Di.jkstra vraagt of Burgemeester en Wethouders er
ook enig idee van hebben waar geschikte tuinbouwgrond zal liggen.
Wethouder Di.jkstra antwoordt, dat deze gezocht wordt in een
strook langs de hoofdweg door de gemeente in de nabijheid van de
dorpen. Ook moeten daar de nodige voorzieningen aanwezig zijn.
Het is zo niet te zeggen wat wel en wat niet geschikt is. In sa-
menwerking met de Stichting Bodemkartering te Y/ageningen en de
Tuinbouwvoorlichtingsdienst zal getracht worden de gegevens te
verzamelen, die nodig zijn voor eventuele hestiging van bedrijven.
De heer 3oeuboer informeert of de mogelijkheid open gehouden
wordt om nog eens bij het gemeentebestuur aan te kloppen.
Voorzitter acht zulks overbodig omdat getracht zal worden
op de ontwerp-begroting voor 1964 het restant van het kostenbe-
drag te dekken.
Hierna wordt het besluit vastgesteld overeenkomstig het aange-
boden ontwerp.
Voorzitter voegt nog een punt aan de agenda toe n.l.:
18. Het geven van een naam aan de weg van de Breedijk naar Britsum.
De Voorzitter brengt in herinnering dat een tijd geleden uit
Britsum het verzoek werd ontvangen om ha de verbetering van de
Britsumerweg deze "Menno van Coehoornweg" te willen noemen. Door
het toenmalige gemeentebestuur is hierop destijds geantwoord, dat
een desbetreffend voorstel aan de Raad zou worden gedaan. Nu de
verbetering haar voltooiing nadert is van de zijde van de inwo-
ners aan deze belofte herinnerd.
Men wil in het dorp Britsum de weg op een enigszins feeste-
lijke manier openen en dan zou men het aardig vinden, dat bij die
gelegenheid de officiële naam aan de weg gegeven kon worden.
Menno van Coehoorn heeft - naar sprekers oordeel - in de geschiede-
nis een zodanige roi gespeeld dat het verantwoord is zijn naam
aan een straat of een weg te verbinden in deze gemeente, waar hij
geboren werd.
Het is wel een ongebruikelijke manier om een voorstel op deze
wijze ter tafel te brengen, doch de omstandigheden laten geen
andere mogelijkheid.
De heer Boen.ies wijst er op, dat bij een vorige gelegenheid,
toen namen aan straten gegeven moesten worden, Menno van Coehoorn
gepasseerd is. In Stiens is de straat, die daarvoor in aanmerking
zou zijn gekomen, ook niet van Coehoornstraat genoemd. Daar was
een bepaalde reden voor.
Wethouder Di.jkstra meent, dat bij een vorige gelegenheid dit
niet in het geding geweest is, maar wel het feit dat menno van
Coehoorn geen binding met Btiens heeft gehad.